LET OP!
Alle bevestigingsgaten zijn reeds in het voertuig aanwezig.
De eerste geproduceerde auto's zijn voorzien van draadgaten t.p.v. de punten "A" en "B".
De later geproduceerde auto's zijn voorzien van draadgaten t.p.v. de punten "A" en "C".
023091 MONTAGEHANDLEIDING
1.
Meegeleverde onderdelen en bevestigingsmaterialen van de trekhaak verwijderen.
Eventueel aanwezige kit ter plaatse van de bevestigingspunten verwijderen.
2.
Controleer de bevestigingspunten onder de auto.
Verwijder eventueel aanwezige bouten. Deze komen te vervallen.
3.
Neem de achterste uitlaatdemper los.
4.
Monteer hoekijzer "1" d.m.v. 2 bouten M10x35, incl. veer-, sluitringen en moeren handvast aan
plaat "2".
5.
Plaats hoekijzer "1" aan de buitenzijde van het rechter chassis en bevestig t.p.v. de gaten "A" en
("B" of "C") d.m.v. 2 bouten M12x1,25x30 incl. veer- en sluitringen handvast.
6.
Monteer de rubberdop d.m.v. de bout M6x10 aan strip "4".
7.
Bevestig plaat "2" en strip "4" t.p.v. gat "D" handvast aan de auto d.m.v. 1 bout M12x1.25x40
incl. veer- en sluitring.
8.
Monteer hoekijzer "3" handvast aan de trekhaak t.p.v. gat "E" d.m.v. 1 bout M12x35 incl. veer-
sluitring en moer.
9.
Plaats de trekhaak aan de buitenzijde van het linker chassis en monteer deze t.p.v. de gaten "A"
en ("B" of "C") handvast d.m.v. 2 bouten 12x1.25x30 incl. veer- en sluitringen.
Monteer de trekhaak t.p.v. de gaten "F" d.m.v. 2 bouten M12x35, incl. veer-, sluitringen en moer
handvast aan plaat "2".
10. Bevestig t.p.v. gat "G" 1 bout M12x1.25x30 incl. veer-, en sluitring.
11. Zet de trekhaak vast. Hierbij de volgende aanhaalmomenten hanteren:
M 8
23 Nm
M10
46 Nm
M12
79 Nm
M12x1.25 87 Nm
Het is noodzakelijk om na ca. 1000 km gebruik de boutverbindingen na te trekken (volgens
gegeven aanhaalmomenten).
12 Monteer de kogel incl. hoekijzer bij de gaten "H" d.m.v. 2 bouten M12x70, incl veerringen en
moeren (aanhaalmoment M12-79 Nm).
Monteer de stekkerdoosplaat aan het hoekijzer m.b.v. een bout M8x30, stripje en zelfborgende
moer.
LET OP: De kentekenplaat moet volledig zichtbaar zijn, verwijder daarom ten alle tijden
koppelingskogel indien deze niet gebruikt wordt.
13. Bosal kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enig gebrek in het produkt zoals veroorzaakt
door de schuld of door welk onoordeelkundig gebruik ook van de gebruiker of een persoon voor
wie hij aansprakelijk is (art. 185, lid 2 N.B.W.).
ACHTUNG
Sämtliche Befestigungslöcher sind schon am Fahrzeug vorhanden. Bei den zuerst produzierten
Fahrzeugen befinden sich Gewindelöcher an den Punkten "A" und "B". Bei den später produzierten
Fahrzeugen befinden sich die Gewindelöcher an den Punkten "A" und "C".
023091 ANBAUANWEISUNG
1. Die Anhängevorrichtung auspacken und die Befestigungsteile auf Vollständigkeit überprüfen. Im
Bereich der Befestigungspunkte den Unterbodenschutz entfernen.
2. Die Befestigungspunkte unter dem Fahrzeug kontrollieren. Eventuell vorhandene Schrauben entfernen,
diese werden nicht mehr benötigt.
3. Den hinteren Schalldämpfer lösen.
4. Winkeleisen "1" mit zwei Schrauben M10x35, Federringen, Unterlegscheiben und Muttern handfest an
Platte "2" montieren.
5. Winkeleisen "1" an der Außenseite des rechten Chassisrahmen mit zwei Schrauben M12x1,25x30,
Federringen und Unterlegscheiben an den Löchern "A" und "B" oder "C" handfest montieren.
6. Die Gummiabdichtung mit Schraube M6x10 an Platte "4" montieren.
7. Platte "2" und Platte "4" handfest mit einer Schraube M12x1,25x40, Federring und Unterlegscheibe am
Fahrzeug (Loch "D") montieren.
8. Winkeleisen "3" handfest mit einer Schraube M12x35, Federring, Unterlegscheibe und Mutter an der
Anhängevorrichtung (Loch "E") montieren.
9. Die Anhängevorrichtung an der Außenseite des linken Chassisrahmen mit 2 Schrauben M12x1,25x30,
Federringen und Unterlegscheiben an den Löchern "A" und "B" oder "C" handfest montieren.
Die Anhängevorrichtung handfest mit 2 Schrauben M12x35, Federringen, Unterlegscheiben und Mutter
an Platte "2" (Löcher "F") montieren.
10. Eine Schraube M12x1,25x30, Federring und Unterlegscheibe an Loch "G" befestigen.
11. Die Anhängevorrichtung ausrichten und alle Schrauben mit folgenden Drehmomenten anziehen:
M 8
23 Nm
M10
46 Nm
M12
79 Nm
M12x1.25
87 Nm
Nach ca. 1000 km die Bolzenverbindungen wie angegeben nachziehen.
12. Die Kugel und Winkeleisen mit zwei Schrauben M12x70, Federringen und Muttern an den Löchern "H"
montieren.
Die Steckdosenhalteplatte mit Streifen, Schraube M8x30 und selbstsichernder Mutter auf das
Winkeleisen montieren.
ACHTUNG: Das Nummernschild muß vollständig sichtbar sein. Falls die Anhängevorrichtung nicht
benutzt wird, muß die Kugel immer entfernt werden.
13. Für einen Mangel am Produkt, der durch den Fahrzeughalter oder eine andere Person aufgrund
unsachgemäßer Benutzung verursacht wurde, übernimmt Bosal keine Haftung. (art. 185 lid 2 N.B.W.)