Gebruik uitsluitend vochtwerende
verlengkabels voor buitengebruik die voor
het gebruik met het apparaat geschikt zijn
(
10.1).
Verwijder de aansluitkabel met de stekker
en de stekkerbus en trek niet aan de
aansluitkabels zelf.
Houd de voedings- of verlengkabel bij het
verticuteren/wiedeggen uit de buurt van de
messen/veertanden, om schade te
voorkomen waardoor actieve onderdelen
kunnen worden aangeraakt.
Verticuteermachine bij een ongeval of een
beschadiging meteen uitschakelen en de
stekker loskoppelen.
Als de aansluit- of verlengkabel bij het
gebruik van het apparaat beschadigd (bijv.
overreden) of verstrikt is geraakt,
verticuteermachine meteen uitschakelen
en stekker eruit trekken. Kabel inspecteren
en evt. vervangen.
Bedenk dat het apparaat bij het aansluiten
op een stroomaggregaat door
spanningsschommelingen kan worden
beschadigd.
U mag het apparaat alleen op een voeding
aansluiten die beveiligd is door een
foutstroombeveiliging met een
afschakelstroom van maximaal 30 mA.
Voor nadere informatie kunt u terecht bij
de elektricien.
Omwille van de elektrische veiligheid moet
de elektrokabel op de duwstang altijd goed
gemonteerd zijn.
4.3 Kleding en uitrusting
Draag tijdens werkzaamheden
altijd stevige schoenen met grip.
Werk nooit op blote voeten of
bijvoorbeeld op sandalen.
0478 670 9905 A - NL
Bij het werk moet altijd een
geschikte veiligheidsbril worden
gedragen.
Bij onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden en
tijdens het vervoer van de
machine ook telkens stevige
handschoenen dragen en lang haar
samenbinden en bedekken (hoofddoek,
muts enz.).
De machine mag alleen met een lange
broek en nauwe kleding aan in gebruik
worden genomen.
Draag nooit losse kledingstukken die aan
draaiende onderdelen (bedieningshendel)
kunnen blijven hangen – ook geen
sieraden, geen stropdassen en geen
sjaals.
4.4 Transport van het apparaat
Werk uitsluitend met handschoenen aan
om letsel door scherpe randen en hete
onderdelen van het apparaat te
voorkomen.
Schakel het apparaat voor het transport
uit, trek de voedingskabel eraf en laat de
messen/veertanden tot stilstand komen.
Transporteer het apparaat uitsluitend met
afgekoelde elektromotor.
Let op het gewicht van het apparaat en
gebruik zo nodig voor het laden geschikte
hulpmiddelen (laadhellingen,
hefvoorzieningen).
Maak het apparaat en de erbij
getransporteerde apparatuur (zoals de
opvangbox) met geschikte
bevestigingsmaterialen (banden, touwen,
enz.) vast aan het laadoppervlak.
Raak de messen/veertanden bij het
optillen en dragen niet aan.
Raadpleeg de informatie in het hoofdstuk
"Transport". Daar wordt beschreven hoe
het apparaat op te tillen of vast te sjorren
is. (
12.1)
Houd u bij het transport van het apparaat
aan de plaatselijke voorschriften, met
name wat betreft de laadveiligheid en het
transport van voorwerpen op
laadoppervlakken.
4.5 Vóór het werken
Het moet duidelijk zijn, dat er alleen
personen met het apparaat werken die de
gebruiksaanwijzing kennen.
Raadpleeg de informatie in het hoofdstuk
"Gevaar voor elektrische schokken"
(
4.2).
Neem de gemeentelijk voorgeschreven
tijden voor het gebruik van tuinapparaten
met elektromotor in acht.
Gebruik het apparaat niet op een
geplaveid of met grind bestrooid
oppervlak, omdat uitgeworpen materiaal in
die gevallen letsel kan veroorzaken.
Controleer het complete terrein waarop de
machine wordt gebruikt en verwijder alle
stenen, stokken, kabels, botten en andere
voorwerpen die door de machine omhoog
kunnen worden geslingerd. Hindernissen
(bijv. boomstronken, wortels) kunnen in
het hoge gras eenvoudig over het hoofd
worden gezien.
Markeer daarom vóór het maaien alle in
het gazon verborgen vreemde voorwerpen
(hindernissen) die niet verwijderd kunnen
worden.
69