3. Het binnenapparaat installeren
Fig. 3-6
4. Installeren van de koelstofleidingen
A
45°±2°
Fig. 4-1
B Maten van de koelstofleidingen en aandraaimoment van de optrompmoeren
Vloeistofpijp
Afmeting
Aanhaalmo-
leiding
(mm)
P40
ODø6,35
P63
ODø9,52
P100/125
ODø9,52
* Buitendiameter flensmoer ø19,05 (ter plaatse aangeschaft): Gasleiding (P100 en P125)(R407C of R22).
Fig. 4-2
22
7~12
B
C
B
R407C of R22
Gaspijp
Afmeting
Aanhaalmo-
ment
leiding
ment
(N.m)
(mm)
(N.m)
14 - 18
ODø12,7
49 - 61
34 - 42
ODø15,88
68 - 82
34 - 42
ODø19,05
68 - 82*
2) De ophangbeugel eerst aan het plafond monteren
Montageprocedure
1. Verwijder de ophangbeugels en de U-vormige pakkingen van het apparaat.
2. Pas de bevestigingsbouten voor de ophangbeugels die op het apparaat zitten
aan.
3. Maak de ophangbeugels vast aan de ophangbouten.
4. Kontroller, at ophængningsbeslagene er vandrette (for og bag / højre og venstre).
5. Haak het apparaat in de ophangbeugels.
6. Haal vaste bouten van de het ophangbeugels aan.
w Zorg ervoor dat u de U-vormige pakkingen monteert.
A Bevestigingsbouten voor de ophangbeugels
B Apparaat
C U-vormige pakking
D ophangbouten
E Pakking 1
F Dubbele moeren
4.1. Aansluiten van de pijpen (Fig. 4-1)
• Als u koperen pijpen gebruikt, moet u de vloeistof- en gaspijpen met isolatiema-
teriaal bekleden (hittebestendig tot 100 °C, dikte van 12 mm of meer).
• De delen van de afvoerpijp die binnenshuis lopen, moeten worden bekleed met
isolatiemateriaal van polyethyleenschuim (relatieve dichtheid 0,03, dikte 9 mm of
meer).
• Doe een dun laagje koelmachineolie op de leiding en het aansluitingsoppervlak
voordat u de "flare"-moer vastdraait.
• Draai met gebruik van twee pijptangen de aansluitende leidingen vast.
• Isoleer met meegeleverd isolatiemateriaal voor koelpijpen de aansluitingen aan
de binnenzijde van het apparaat. Voer de isolatie zorgvuldig uit.
Waarschuwing:
Als u het apparaat installeert, zet de koelmiddelleidingen dan stevig vast
voordat u de compressor start.
A Afsnijmaten tromp
Buitendiameter koperen pijp
(mm)
ø6,35
ø9,52
ø12,7
ø15,88
ø19,05
R410A
Vloeistofpijp
Afmeting
Aanhaalmo-
Afmeting
leiding
ment
leiding
(mm)
(N.m)
(mm)
ODø6,35
14 - 18
ODø12,7
ODø9,52
34 - 42
ODø15,88
ODø9,52
34 - 42
ODø15,88
C Breng koelolie aan op de aansluitingsoppervlakken.
4.2. Binnenapparaat (Fig. 4-2)
Montageprocedure
1. Schuif de bijgeleverde pijpbekleding 2 over de gasleiding heen totdat het hele-
maal tegen de metalen plaat aan de binnenkant van het apparaat gedrukt is.
2. Schuif de bijgeleverde pijpbekleding 3 over de vloeistofleiding heen totdat het
helemaal tegen de metalen plaat aan de binnenkant van het apparaat gedrukt
is.
3. Maak de pijpbekledingen 2 en 3 aan beide uiteinden (20 mm) vast met de bij-
geleverde banden 4.
A Gasleiding
E Pijpbekleding 3
B Vloeistofleiding
F Druk de pijpbekleding tegen de metalen plaat aan.
C Band 4
G Warmte-isolerend materiaal voor koelleiding
D Pijpbekleding 2
P40
882 - 887
G
P63
1202 - 1207
P100, P125
1522 - 1527
Afmetingen tromp øA
(mm)
8,7 - 9,1
12,8 - 13,2
16,2 - 16,6
19,3 - 19,7
22,9 - 23,3
Buitendiameter flensmoer
Gaspijp
Aanhaalmo-
Vloeistofpijp
Gaspijp
ment
(mm)
(N.m)
49 - 61
17
68 - 82
22
68 - 82
22
(mm)
(mm)
26
29
29