Het ophangen vereist een degelijke praktijkervaring: u moet de maximumbelasting van de draagconstructie
kunnen berekenen, weten welk constructiemateriaal u kunt gebruiken... Laat het materiaal en het toestel
regelmatig nakijken. Monteer het toestel niet zelf indien u er geen ervaring mee heeft. Een slechte montage
kan leiden tot verwondingen.
Voor voldoende luchtcirculatie, laat minstens 30 cm vrij aan elke kant van het toestel. Voorzie een
minimumafstand van 40 cm tussen de uitlaat en elke hindernis. Verwijder alle brandbaar materiaal in een
straal van 0,5 m rond het toestel.
Laat het toestel aansluiten door een geschoolde elektricien.
Sluit het toestel via de stekker aan op het lichtnet. Alle toestellen moeten via een geaard stopcontact
gevoed worden en mogen niet via een variabele weerstand of dimcircuit gevoed worden, ook al gebruikt u
de variabele weerstand of het dimcircuit als een 0% tot 100% inschakeling.
De installatie moet voor het eerste gebruik gekeurd worden door een expert.
6.2
Installatie
1. Kies een geschikte montageplaats. Plaats het toestel op een stabiel en horizontaal oppervlak. Hang
het toestel niet op.
2. Verwijder al het verpakkingsmateriaal. Zorg ervoor dat u alle schuimrubber en plastic vullingen wegneemt
en dat de neveluitlaat niet geblokkeerd is [6].
3. Neem het reservoir [3] uit de behuizing. Schroef de dop los [4].
4. Vul het reservoir met een rookvloeistof van hoge kwaliteit (VDLHLH5). Let erop dat u de capaciteit van het
reservoir niet overschrijdt. Zorg ervoor dat u geen vloeistoffen op het toestel morst. Gebruik enkel de
aanbevolen nevelvloeistof.
5. Plaats de dop terug op het reservoir en draai deze goed vast. Plaats het reservoir terug in de behuizing.
6. Duw de plastic buis [5] naar beneden tot het uiteinde van de buis (met de filter) de onderkant van het
reservoir heeft bereikt. Zorg ervoor dat de buis niet samengedrukt of gedraaid is.
7. Indien u het toestel wel gebruiken met de afstandsbediening [1], sluit de afstandsbediening aan op de
aansluiting voor de afstandsbediening [7].
8. Sluit de voedingskabel [10] aan op een geschikt stopcontact en schakel het toestel in [14].
6.3
DMX512-aansluiting
Indien van toepassing, sluit een XLR-kabel aan de vrouwelijke XLR-uitgang van een controller (niet
meegelev.) en het andere uiteinde van de mannelijke XLR-ingang [11] van het toestel. U kunt meerdere
toestellen aan elkaar koppelen met behulp van een seriële koppeling. Gebruik daarvoor een 2-aderige
afgeschermde kabel met XLR ingang- en uitgangsaansluitingen.
De maximaal aanbevolen kabellengte is 500 meter. Het aanbevolen maximum aantal toestellen op
eenzelfde aansluiting is 32.
Een DMX-eindweerstand is aanbevolen als de DMX-kabel vrij lang is of wordt gebruikt in een omgeving met
veel elektrische ruis (bv. een discotheek). De eindweerstand voorkomt corruptie van het digitale
controlesignaal door elektrische ruis. De DMX-eindweerstand is niets meer dan een XLR-stekker met een
weerstand van 120 Ω van pin 2 naar 3. Deze XLR-stekker wordt dan aangesloten op de XLR-uitgang [12]
van het laatste toestel in de reeks.
7.
Gebruik
Het toestel kan autonoom werken met de afstandsbediening of via DMX.
7.1
Gebruiksvoorschriften
Gebruik de nevelmachine nooit zonder vloeistof: dit kan het toestel onherroepelijk beschadigen.
Produceert het toestel weinig of geen nevel, of maakt het mechanische geluiden, ontkoppel het toestel dan
onmiddellijk van het lichtnet. Controleer het vloeistofniveau, de zekering, de afstandsbediening, en de
voedingskabel. Wanneer alles correct lijkt te functioneren, sluit u het toestel opnieuw aan. Wanneer het
toestel na 30 seconden nog niet functioneert, schakel het dan uit om permanente beschadiging te
vermijden. Breng het toestel terug naar uw verdeler. Ledig het reservoir voor u het toestel vervoert.
Tijdens het gebruik vormen er zich waterdruppels aan de neveluitlaat. Dat is perfect normaal.
Na gebruik kan er nog een beetje rook vrijkomen uit de neveluitlaat.
V. 01 – 05/04/2013
VDP900HZ2
10
©Velleman nv