4 Relatieve contra-indicatie
Bij de onderstaande indicaties is overleg met uw arts noodzakelijk:
huidaandoeningen/-letsel, ontstekingsverschijnselen, hypertrofisch litteken-
weefsel met zwelling, roodheid en verhoogde temperatuur in het gedeelte
van het lichaam waar de orthese wordt gedragen; lymfeafvoerstoornissen
– ook zwellingen met een onbekende oorzaak die zich niet in de directe
nabijheid van het hulpmiddel bevinden; sensibiliteits- en doorbloedings-
stoornissen in de arm/hand.
5 Product aanleggen
De eerste keer dat de 50A8 Omo Immobil Sling/ 50A9 Omo Immobil Sling,
abductie schouderorthese wordt aangepast en gebruikt, dient dat te ge-
beuren door resp. onder begeleiding van geschoold personeel.
De schouderorthese wordt gesloten en pasklaar geleverd. De orthese kan
zowel links als rechts worden gebruikt. De orthese is bij aflevering ingesteld
op gebruik voor de rechterarm.
50A8 Omo Immobil Sling
Instelling op de linkerzijde van het lichaam
Verwijder de aan de armlus bevestigde buiksluiting en klit deze in spiegel-
beeld vast op dezelfde plaats aan de andere kant.
Orthese aanleggen
1) Open de riemen. Steek de arm door de lus en stel de klittenbandsluitin-
gen voor de onderarm en de duim in (afb. 1).
2) Leg de schouderriem diagonaal over de contralaterale (gezonde) schou-
der. Trek de schouderriem zover aan dat de arm zich in de gewenste
positie bevindt (afb. 2).
3) Sluit vervolgens de tailleriem (afb. 3). De riemen kunnen zo nodig worden
ingekort. Breng de schoudervulling in de gewenste positie.
50A9 Omo Immobil Sling, abductie
Instelling op de linkerzijde van het lichaam
Open de sluiting van de tailleriem. Maak het abductiekussen van de arm-
lus los en klit dit met het haakdeel met dubbelzijdig klittenband in spiegel-
beeld vast aan de andere kant (afb. 4). Open de schouderriem en draai
de sluitrichting.
33