Beïnvloeding En Analyse Van De Metingen; Voor Het Gebruik - ProMed MTX Instrucciones De Manejo

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 76
2.6 Bloeddrukschommelingen
Er zijn vele factoren die de bloeddruk kunnen beïnvloeden. De waarden worden met
nadruk beïnvloedt door zwaar lichamelijk werk, angst, stress of de tijdstip van de
meting. De persoonlijke bloeddrukwaarden zijn over een dag en over een jaar
gerekend aan sterke schommelingen onderhevig. Bij patiënten met verhoogde bloed-
druk zijn deze schommelingen bijzonder ontwikkeld. Normaal wordt de bloeddruk
tijdens lichamelijke inspanningen het meest verhoogd en 's nachts tijdens het slapen
het meest verlaagd.
2.7 Beïnvloeding en analyse van de metingen
• Meet meermalen uw bloeddruk, sla de resultaten op en vergelijk de deze vervolgens
onder elkaar. Trek geen conclusie opgrond van een enkel resultaat.
• Uw bloeddrukwaarden dienen altijd door een arts te worden beoordeeld die ver-
trouwd is met uw medische voorgeschiedenis. Als u het instrument regelmatig
gebruikt en de waarden registreert voor uw arts, informeer dan uw arts regelmatig
over het verloop.
• Houd tijdens bloeddrukmetingen rekening ermee dat de dagelijkse waarden van vele
factoren afhankelijk zijn. Factoren zoals roken, alcohol, medicijnen en lichamelijk werk
beïnvloeden de meetwaarden op verschillende manier.
• Meet uw bloeddruk voor de maaltijden.
• Rust minstens 5 minuten voordat u uw bloeddruk meet.
• Neem, als u een buitengewone (te hoge of te lage) systolische of diastolische waarde
van de meting constateert, hoewel het instrument op de juiste manier is gebruikt,
contact op met uw arts, indien deze waarde ook na een aantal metingen blijft ver-
schijnen. Dit geldt ook voor de zeldzame gevallen dat door een onregelmatige of zeer
zwakke pols de meting wordt verhinderd.

3 Voor het Gebruik

3.1 Het inleggen / verwijderen van de batterijen
Inleggen: Schuif de sluiting aan de onderzijde van het instrument in pijlrichting, om
het batterijvak te openen en plaats hierin de vier meegeleverde batterijen (alcalische
batterijen, type AA LR 6). Controleer of de batterijen in de juiste richting zijn geplaatst
(zie de afbeelding in de batterijruimte). Zijn de batterijen correcte geplaatst (of is de
voeding aangesloten), dan weerklinken 2 pieptonen. Bij geactiveerde ON/OFF-
schakelaar
weerklinken 2 pieptonen en op het display worden gedurende een
seconde alle symbolen weergegeven. Daarna verschijnt " - : - - ". Zet het batterij-
deksel weer op het instrument en druk dit in positie totdat het hoorbaar vastklikt.
Verwijderen: Als de spanning in de batterijen onder 5 - 4,5 V daalt, verschijnt het
batterij symbool
laar
uit en plaats nieuwe batterijen. Indien de verbruikte batterijen in de batterij-
ruimte klem zitten, gebruik dan een spits voorwerp zoals een kogelpen en verwijder
de batterijen voorzichtig. Zodra de spanning in de batterijen onder 4,25 - 0,25 V daalt,
verschijnt het batterij symbool
2 Wetenswaardigheden / 3 Voor het Gebruik
op het display. Schakel het toestel met de ON/OFF-schake-
op het display.
NL
117

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

400110

Tabla de contenido