ProMed MTX Instrucciones De Manejo página 124

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 76
NL
4 Het Gebruik
2. Daarna pompt de man chet zich automatisch op tot de voor een meting nodige
druk bereikt is. Alternatief kan deze druk ook handmatig tot stand gebracht
worden door de START-toets in te drukken en ingedrukt te houden nadat het
toestel automatisch een druk van minstens 300 mmHg bereikt heeft. Als het
toestel de volgens uw mening optimale uitgangsdruk voor een meting bereikt
heeft, laat u de START-toets los. Hierbij wordt de stijgende druk door getallen aan-
gegeven.
3. Wanneer het opblazen is voltooid, wordt de meting automatisch gestart terwijl de
lucht binnen het manchet langzaam uitgelaten wordt. De in het display getoonde
waarde komt overeen met de actuele waarde van de druk binnen het manchet.
4. De manchet wordt eerst met gelijkmatige snelheid ontlucht. Op het display wordt
het polssymbool
vastgesteld, wordt de ontluchting met de hartslag gesynchroniseerd totdat de
meting is voltooid. Deze bewerking wordt door een pieptoon per hartslag begeleid
als de pieptoonfunctie niet voordien uitgeschakeld werd. Tegelijk knippert het pols-
symbool
.
5. De eerste meting wordt beëindigd door de druk tijdens een 15 seconden lange
countdown compleet uit de manchet af te laten. Hierbij knippert het countdown-
symbool
. De vijf laatste seconden worden door pieptonen begeleid.
6. In de plaats van de " 1 " wordt op het display nu de " 2 " voor de tweede meting
weergegeven. De tweede meting verloopt als de eerste, zie punten 2-5.
7. In de plaats van de " 2 " wordt op het display nu de " 3 " voor de derde meting
weergegeven. De derde meting verloopt als de eerste, zie punten 2-4.
8. De 3MAM-meting is beëindigd zodra de manchet plots ontlucht wordt en een
lange pieptoon te horen is.
9. De gemeten waarden (Systolisch, Diastolisch en Pols)
weergegeven, samen met de WHO-bloeddrukbalkindicatie. Tegelijk is een lange
pieptoon te horen.
10. Als bij de meting door het toestel een aritmie vastgesteld wordt, knippert tijdens
de weergave van de gemeten waarden het aritmiesymbool
zijn acht korte pieptonen te horen die de gebruiker op een onregelmatige hartslag
moeten wijzen.
11. Als u ca. 1 minuut lang op geen enkele toets drukt, schakelt het toestel automa-
tisch in de stand-bymodus.
AANWIJZING
Bij het gebruik van het toestel kunnen in de geïntegreerde schakelkring
de fouten Err 1, 2, 3, 5, 6 optreden, waarbij Err 6 uitsluitend bij de
3MAM-modus kan optreden. De fouten Err 1, 2, 3, 5 leiden in de 3MAM-
modus niet tot het afbreken van een meting, tenzij ze twee keer na
elkaar optreden. Een foutindicatie wordt altijd door 3 korte pieptonen
begeleid.
124
weergegeven. Wanneer de pols de eerste keer kan worden
worden op het display
acht keer. Tegelijk

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

400110

Tabla de contenido