4.3 Problemen en oplossingen
Foutmelding
Mogelijke oorzaken en oplossingen
Err 1
De systolische drukmeting is voltooid. Mogelijkerwijs is te verbinding met de
luchtslang onderbroken of er is geen pols vastgesteld.
Controleer de aansluiting tussen het bovenarm-manchet en het instrument.
Err 2
Er zijn niet-fysiologische drukimpulsen vastgesteld.
Oorzaak: Armbewegingen tijdens de meting.
Herhaal de meting en houdt uw arm stil.
Err 3
Als de drukopbouw te lang duurt, is mogelijkerwijs het bovenarm-manchet
niet op de juiste wijze bevestigd of de slangverbinding is losjes geraakt.
Controleer de verbindingen en herhaal de meting.
Err 5
Wegens onstabiele condities tijdens de meting is er geen gemiddelde waarde
berekend.
Herhaal de meting bij een rustige armhouding en spreek niet tijdens de meting.
Err 6
Er waren teveel fouten tijdens het meten in MAM mode, wat het onmogelijk
maakt om een betrouwbaar tresultaat weer te geven.
Lees de controlelijst door voordat u betrouwbare metingen verricht en herhaal
dan de metingen.
HI
De druk in de manchet is te hoog (boven 300 mmHg) of de polsslag is te hoog
(boven 200 slagen per minuut).
Ontspan gedurende 5 minuten en herhaal de meting.
LO
De polsslag is te laag (lager dan 40 slagen per minuut).
Herhaal de meting.
4.4 Het uitschakelen van het instrument
Het toestel schakel na ca. 1 min. automatisch in de stand-bymodus als er geen
andere toets ingedrukt wordt. U kunt ook door het indrukken van de START-toets
naar de stand-bymodus gaan. De functie als bloeddrukmeettoestel is nu uitgeschakeld.
De tijd en het gekozen personengeheugen worden permanent op het display weer-
gegeven. De alarmfunctie blijft behouden.
Als u de tijdindicatie en alarmfunctie niet wilt gebruiken, kunt u het toestel ook
volledig uitschakelen door de schuiftoets ON/OFF
toestel op " OFF " te zetten.
4 Het Gebruik
aan de achterkant van het
NL
125