Veiligheid
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke veiligheidsinstructies voor de omgang met
het apparaat . Dit apparaat voldoet aan de gestelde veiligheidsvoorschriften .
Een verkeerd gebruik kan leiden tot persoonlijk letsel en materiële schade .
Basisveiligheidsvoorschriften
Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht voor
een veilige omgang met het apparaat:
Controleer het apparaat vóór het gebruik op uitwendig
■
zichtbare schade . Neem een defect apparaat of een
apparaat dat gevallen is niet in gebruik .
Wanneer het snoer van dit apparaat beschadigd raakt,
■
moet het worden vervangen door de fabrikant of de
klantendienst van de fabrikant of een persoon met verge-
lijkbare kwalificaties, om risico's te vermijden .
Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen vanaf
■
8 jaar alsmede door personen met verminderde fysieke,
zintuiglijke of geestelijke vermogens of gebrek aan
ervaring en kennis, mits ze onder toezicht staan of over
het veilige gebruik van het apparaat zijn geïnstrueerd
en de daaruit resulterende gevaren begrijpen . Kinderen
mogen niet met het apparaat spelen . Kinderen mogen
geen reiniging en gebruikersonderhoud zonder toezicht
uitvoeren .
Een reparatie van het apparaat tijdens de garantieperi-
■
ode mag alleen worden uitgevoerd door een klantenser-
vice die door de fabrikant geautoriseerd is, anders wordt
er geen garantie meer gegeven bij schade die nadien
optreedt .
Verander of repareer het apparaat nooit zelf .
■
Bescherm het apparaat tegen vocht en het binnendrin-
■
gen van vloeistoffen . Dompel het apparaat nooit onder
water, plaats het apparaat niet in de buurt van water en
zet geen voorwerpen gevuld met water (bijv . vazen) op
het apparaat .
■
46
│
NL │ BE
TLG 500 B1