NL
8.2
WERKING VAN DE ZAAG
1. Kies en installeer de splinterbeschermer die bij het gewenste soort zaagwerk past.
2. Stel de snelheid van het zaaglint in.
3. Regel zo nodig de helling van de zaagtafel.
4. Kies de parallelgeleider en de helling van de zaagtafel die bij het gewenste soort zaagwerk passen.
5. Zet de bovenste zaaglintgeleider op 3 mm boven het werkstuk.
Wenk :
Maak altijd eerst een proefstuk en stel eventueel de afstellingen bij.
6. Leg het werkstuk op de zaagtafel.
7. Steek de stekker in het stopcontact.
8. Schakel de zaag in.
9. Zaag het werkstuk aan één stuk door.
10.Schakel de zaag uit als u uw werk niet terstond voortzet.
9.
ONDERHOUD EN REPARATIE
Gevaar !
Vóór het uitvoeren van onderhouds- en reinigingswerkzaamheden moet u :
•
het toestel uitschakelen ;
•
de stekker uit het stopcontact trekken ;
•
wachten tot de zaag tot stilstand komt.
Stel na onderhoud en reiniging de beveiligingsinrichting weer in bedrijf en controleer de werking ervan.
Beschadigde onderdelen, vooral de beveiligingsinrichting, mogen slechts door oorspronkelijke onderdelen vervangen
worden ; onderdelen die niet door de fabrikant getest en goedgekeurd zijn kunnen immers onvoorziene schade teweegbrengen.
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden die niet in dit hoofdstuk beschreven staan mogen alleen door bevoegd personeel
uitgevoerd worden.
9.1
ZAAGLINT WISSELEN (Afb 21 - 22)
Gevaar !
Et bestaat gevaar voor snijwonden, zelfs als het zaaglint stilstaat. Draag handschoenen bij het wisselen van het
zaaglint.
Gebruik alleen geschikte zaaglinten.
1. Draai beide schroeven (39) los en verwijder het geleideprofiel (40).
2. Open beide deuren.
3. Richt de bovenste zaaglintgeleider (41) geheel naar beneden.
4. Draai de afstelknop (42) los totdat het zaaglint loslaat.
5. Verwijder het zaaglint en voer het door de spleet in de zaagtafel (43), de bovenste zaaglintgeleider (44),
de doorgangsopening van het zaaglint (45) en de stelinrichting.
6. Zet het nieuwe zaaglint in. Let op de juiste positie van elk element : de zaagtanden naar de voorzijde (deurzijde) van de zaag.
7. Leg het zaaglint midden op de rubbervoeringen.
8. Draai de afstelknop opnieuw vast tot het zaaglint niet meer kan slippen.
9. Sluit beide deuren.
10.Vervolgens :
- Span het zaaglint (zie Inbedrijfstelling).
- Stel het zaaglint bij (zie Onderhoud en reparatie).
- Monteer de stelinrichting (zie Onderhoud en reparatie).
- Proefdraai gedurende minstens een minuut.
- Schakel de zaag uit, trek de stekker uit het stopcontact en controleer nogmaals de installatie.
78