Bedrading tussen binnenunit en buitenunit
1. De onderstaande afbeelding toont de bedrading tussen de binnen- en buitenunits en tussen de binnenunits en
de afstandsbediening. De draden die met stippellijnen of punt-streeplijnen worden aangegeven moeten apart
worden aangeschaft.
2. Zie de bedradingsdiagrams van zowel de binnenunit als buitenunit.
3. De stroom voor de binnenunit wordt geleverd via de buitenunit.
Aansluitschema
Enkelvoudig systeem
Afstandsbediening
Verbinden van de draden
van de afstandsbediening
A B
Binnenzijde
1
2
3
Verbindingskabel tussen
binnen- en buiteneenheid
Buitenzijde
1
2
3
Stroomtoevoer
Simultaan drievoudig en dubbel twin systeem
Bekabeling van de
Afstandsbediening
afstandsbediening
tussen eenheden
Verbinden van de
draden van de
afstandsbediening
A B
Binnenzijde
Binnenzijde
1
2
3
Verbindingskabel
tussen binnen- en
buiteneenheid
Bekabeling van
Buitenzijde
1
2
3
de binnenvoeding
tussen eenheden
Stroomtoevoer
* Gebruik afgeschermd 2-kern draad (MVVS 0,5 tot 2,0 mm
bij simultaan twin, simultaan drievoudig en simultaan dubbel twin systemen om storing en problemen te
voorkomen. Verbind beide uiteinden van de afgeschermde kabel met de aarding.
* Verbind aardedraden voor iedere binnenunit bij simultaan twin, simultaan drievoudig en simultaan dubbel twin
systemen.
23-NL
Gelijktijdig dubbele systeem
Bekabeling van de
Afstandsbediening
afstandsbediening
tussen
eenheden
Verbinden van de draden van
de afstandsbediening
A B
Binnenzijde
Binnenzijde
1
2
3
Verbindingskabel tussen
binnen- en buiteneenheid
Bekabeling
Buitenzijde
1
2
3
van de
binnenvoeding
Stroomtoevoer
tussen
Bekabeling van de
Bekabeling van de
afstandsbediening
afstandsbediening
tussen eenheden
tussen eenheden
A B
A B
Binnenzijde
Binnenzijde
1
2
3
1
2
3
Bekabeling van de
Bekabeling van de
binnenvoeding
binnenvoeding
tussen eenheden
tussen eenheden
Drievoudig
Dubbel twin
2
of meer) voor de bedrading van de afstandsbediening
Aansluiting van de kabels
VEREISTEN
• Verbind de draden met de overeenkomende aansluitingnummers. Door slechte verbindingen ontstaan storingen.
• Leid de bedrading door de kabeldoorvoeropeningen van de binnenunit.
• Houd speling in de bedrading (ongeveer 100 mm) zodat de elektrakast tijdens onderhoud en dergelijke omlaag kan
hangen.
• Er is een laagspanningsschakeling voorzien voor de afstandsbediening. (Sluit er nooit de netspanning op aan)
• Verwijder de afdekking van de elektrakast door de bevestigingsschroeven (3 stuks) te verwijderen en op het
gedeelte met de haak te drukken. (De afdekking van de elektrakast blijft aan de scharnier hangen.)
• Verbind de draden van de binnenunit/buitenunit en de afstandsbediening met het aansluitblok van de elektrabox.
(Oefen geen kracht uit op de aansluiting van het aansluitingsblok.)
• Draai de schroeven van het aansluitblok goed vast en zet de draden vast met de aan de elektrabox bevestigde
draadklemmen.
A B
(Oefen geen kracht uit op de aansluiting van het aansluitingsblok.)
1
2
3
• Gebruik het bijgeleverde thermische isolatiemateriaal voor het afdichten van de leiding-aansluitpoort. Er wordt
anders mogelijk condens gevormd.
• Monteer het deksel van de elektrische controlekast zonder de bekabeling af te klemmen. (Bevestig de afdekking
na het bedraden van het plafondpaneel.)
Schroeven
A B
1
2
3
A
Snoerklem
– 12 –
PC-bord
Schroef
Vasthaak-gedeelte
Aansluitblok
afstandsbediening
A B
B
1
2
3
Aansluitblok
binnenunit/buitenunit
1
2
3
Thermische isolatie B
Elektraregelbox
Afdekking van de elektrabox
Thermisch isolatiemateriaal voor
bedrading-aansluitpoort
Bevestigingsvlak
Thermische
isolatie A
Gekerfd gedeelte
24-NL