Afhankelijk van de omstandigheden op de werkplek
en de vorm van het werkstuk, moet u een afzonderlijke
geluidsvermindering uitvoeren, door bijvoorbeeld
werkstukken op geluidsdempende ondersteunen te zetten,
te voorkomen dat het werkstuk gaat trillen door het vast
te klemmen of te bedekken, aanpassing aan de minimaal
vereiste luchtdruk, etc.
INFORMATIE OVER TRILLINGEN (zie technische gegevens
van het gereedschap)
De kenmerkende trillingswaarden voor het gereedschap
zijn bepaald in overeenstemming met ISO/WD 8662-11
Measurement of vibration in hand held power tools - Part 11
NL
Fastener Driving Tools" (Meting van gereedschap dat met
de hand wordt vastgehouden - Onderdeel 11 Gereedschap
dat bevestigingsmiddelen schiet"
Deze waarde is een gereedschapsgerelateerd kenmerk en
vertegenwoordigt niet de invloed op het hand-armsysteem
als u het gereedschap gebruikt. Invloed op het hand-
armsysteem tijdens het gebruik van het gereedschap
hangt bijvoorbeeld af van de grijpkracht, de contactkracht,
de werkrichting, de instelling van de samengeperste
luchttoevoer, het werkstuk, de ondersteuning van het
werkstuk.
ONDERHOUDSINTERVALLEN
Onderhoudsintervallen voor het gereedschap kunnen
variëren afhankelijk van de omgeving waarin het
gereedschap wordt bediend, de toepassing waarvoor
het wordt gebruikt en het aantal nagels dat wordt
geschoten. Als het bijvoorbeeld wordt gebruikt in vuile en
stoffige omgevingen met een hoog volume wat betreft de
bespijkering, zal het onderhoud vaker moeten plaatsvinden
dan in schone omgevingen met een laag volume.
De onderstaande grafiek is een gids om u te helpen de
onderhoudsintervallen voor het gereedschap vast te
stellen. Als u tussen de reinigingsbeurten door een enorme
puinvorming in het gereedschap aantreft, moet u de
onderhoudsintervallen verkorten. Als het niet nodig is het
gereedschap schoon te maken volgens het schema dat u
hebt gemaakt, kunt u de onderhoudsintervallen wellicht
langer laten duren. Mocht u vragen hebben over het
bovenstaande, neem dan contact op met uw plaatselijke
vertegenwoordiger voor hulp en advies.
Onderhoudsintervallen
Heel vuil & stoffig
Stoffig
Gemiddeld
Schoon
56
Aantal dagen tussen
onderhoudswerkzaamheden
3-4
3-4
3-4
3-4
10-14
10-14
10-14
3-4
30-45
30-45
30-45
10-14
45-60
45-60
45-60
30-45
1
2
4
6
Wekelijks nagelgebruik [x1000]
FILTER REINIGEN
Bij werkzaamheden aan het gereedschap mag u
geen losse onderdelen van het gedemonteerde
gereedschap verliezen en gebruik alleen originele
BOSTITCH-onderdelen om de juiste werking van het
gereedschap en de veiligheid te waarborgen.
1. Voor het reinigen moet u controleren of het
gereedschap volledig is afgekoeld en verwijder
alle nagels, de brandstofcel en de accu uit het
gereedschap (fig. 21).
2. Verwijder het filterdeksel met behulp van een platte
schroevendraaier (fig. 22) en verwijder het filter (fig. 23).
3. Verwijder het stof en vuil met een reiniger uit
het filter. Zorg ervoor dat het filter droog is en vrij
van verontreiniging (fig. 24). Vervang het filter en
filterdeksel. Als het filter beschadigd is, moet u hem
vervangen door een nieuwe.
4. Voer altijd 5-10 testcycli uit met het gereedschap op
testmateriaal voordat u het gebruikt op een afgewerkt
oppervlak om geen resten van reinigingsmiddelen
achter te laten.
REINIGING EN SMEREN
Zorg ervoor dat u alle veiligheidswaarschuwingen
en reinigingsprocedures hebt begrepen voordat u dit
gereedschap gebruikt of reinigt. Dit niet doen kan leiden tot
ernstig letsel.
WAARSCHUWING: Controleer dat de 4 inbusbouten stevig
zijn bevestigd aan de cilinderkop voor u het gereedschap
gebruikt. Losse of ontbrekende bouten kunnen leiden
tot lekkage of ontsnappende gassen kunnen leiden tot
letsel bij de gebruiker en schade aan het gereedschap en
eigendommen.
1. Voor het reinigen moet u controleren of het gereedschap
volledig is afgekoeld en verwijder alle nagels, de
brandstofcel en de accu uit het gereedschap (fig. 21).
2. Gebruik een 4 mm inbussleutel voor het verwijderen en
terugplaatsen van de inbusbouten (fig. 25).
3. Verwijder de bovenkap (fig. 26).
4. Koppel de motorleiding los (fig. 27) en koppel de bougie-
aansluiting los van de bougie (fig. 28).
5. Til de cilinderkop voorzichtig uit de verbrandingskamer (fig. 29).
6. Zorg ervoor de ventilatorbladen niet te beschadigen,
verwijder de o-ring voorzichtig uit de ventilator (fig. 30).
7. Gebruik een droog en schoon doekje en verwijder
3-4
alle afzettingen van de o-ring. Inspecteer de o-ring op
3-4
beschadigingen en vervang hem indien nodig (fig. 31).
10-14
8. Reinig de cilinderkop met behulp van een remreiniger, met
30-45
speciale aandacht voor de bougie (fig. 32). Een kleine borstel
8+
kan nuttig zijn om te helpen wat vuil te verwijderen. Het kan
nodig zijn om dit 2 tot 3 keer te herhalen tot het schoon is.