Werkinstructies - Scheppach BASA1 Traduccion Del Manual De Instrucciones Originale

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 106
10.3. Schuine snede (afb. 2+12+19)
Om schuine zaagsnedes parallel ten opzichte van de
zaagband (22) te kunnen uitvoeren, is het mogelijk
om de zaagtafel (7) van 0° - 45° naar voren te kan-
telen.
• Vaststelgreep voor zaagtafel (21) losmaken.
• Zaagtafel (7) naar voren kantelen, tot de gewenste
hoekafmeting in graden (52) is ingesteld.
• Vaststelgreep (21) weer vastdraaien.
LET OP: Bij een gekantelde zaagtafel (7) moet de
parallelaanslag (25) in de werkrichting rechts van de
zaagband (22) worden aangebracht. Het wegglijden
van het werkstuk wordt zo verhinderd.

11. Werkinstructies

De volgende adviezen zijn voorbeelden voor een vei-
lig gebruik van lintzaagmachines.
De volgende veilige werkinstructies worden als bij-
dragen aan de veiligheid beschouwd, kunnen echter
niet voor elk gebruik geheel op maat zijn, volledig zijn
of worden toegepast. Deze adviezen kunnen niet alle
mogelijke, gevaarlijke omstandigheden behandelen
en moeten zorgvuldig worden geïnterpreteerd.
• Bij werkzaamheden in afgesloten ruimtes moet de
machine op een afzuiginstallatie worden aangesloten.
• Als de machine buiten bedrijf is, bijv. na afloop van
de werkzaamheden, moet u de zaagband losser
maken. Een overeenkomstige aanwijzing voor het
spannen van de zaagband moet voor de volgende
gebruiker op de machine worden aangebracht.
• Niet gebruikte zaagbanden moeten worden verza-
meld en op een droge plek veilig worden bewaard.
Voor gebruik de banden controleren op defecten (tan-
den, scheuren). Defecte zaagbanden niet gebruiken!
• Bij het bedienen van de zaagbanden moeten de
juiste veiligheidshandschoenen worden gedragen.
• Voor aanvang van de werkzaamheden moeten alle
beschermings- en veiligheidsvoorzieningen op de
machine zijn gemonteerd.
• Reinig de zaagband of de zaagbandgeleiding nooit
handmatig met een borstel of schraper in de hand
bij een draaiende zaagband. Ingedroogde zaag-
banden vormen een risico voor de werkveiligheid
en moeten regelmatig worden gereinigd.
• Voor uw persoonlijke veiligheid moeten tijdens de
werkzaamheden een veiligheidsbril en handschoe-
nen worden gedragen. Bij lang haar een haarnetje
dragen. Losse mouwen moeten tot de ellebogen
worden opgerold.
• Tijdens werkzaamheden de zaagbandgeleiding al-
tijd zo dicht mogelijk tegen het werkstuk plaatsen.
• Zorg in de arbeids- en werkomgeving van de ma-
chine voor voldoende lichtomstandigheden.
• Gebruik voor rechte zaagsnedes altijd de lengte-
aanslag om het kantelen of wegslippen van het
werkstuk te vermijden.
• Voor het bewerken van smalle werkstukken met
handtoevoer de schuifstok gebruiken.
• Voor schuine zaagsnedes de zaagtafel in de over-
eenkomstige positie brengen en het werkstuk te-
gen de lengte-aanslag geleiden.
• Voor het snijden van zwaluwstaartvormige vorken
en tappen of van wiggen, moet de zaagtafel altijd in
de overeenkomstige positie op de hoekschaal wor-
den aangebracht.
90
NL
• Bij bochtige of onregelmatige zaagsnedes van
het werkstuk deze met beide handen, en geslo-
ten vingers gelijkmatig naar voren schuiven. Met
de handen het veilige gedeelte van het werkstuk
vasthouden.
• Voor herhaaldelijk uitvoeren van bochtige, onregel-
matige zaagsnedes een hulpsjabloon gebruiken.
• Bij het zagen van rondhout moet et werkstuk wor-
den beveiligd tegen verdraaien.
LET OP! Na elke nieuwe instelling adviseren wij een
testrun om de ingestelde afmetingen te controleren.
• Bij alle zaagwerkzaamheden moet de bovenste
zaagbandgeleiding (5) zo dicht mogelijk tegen het
werkstuk worden geplaatst (zie 9.5).
• Het werkstuk moet altijd met beide handen ge-
leiden en vlak op de zaagtafel (7) te houden. Zo
wordt het vastklemmen van de zaagband (21) ver-
meden.
• De toevoer moet altijd met gelijkmatige druk ge-
schieden, die net voldoende is, zodat de zaagband
probleemloos door het materiaal snijdt maar niet
blokkeert.
• Altijd de parallelaanslag (24) voor alle zaagwerk-
zaamheden gebruiken waarvoor deze kan worden
ingezet.
• Het is beter één zaagsnede tijdens een werkhan-
deling uit te voeren dan in meerdere gedeeltes
waardoor zo mogelijk een terugtrekking van het
werkstuk kan zijn vereist. Als het terugtrekken
echter niet wordt vermeden, moet de bandzaag
eerst worden uitgeschakeld. Het werkstuk pas te-
rugtrekken nadat de zaagband (21) tot stilstand is
gekomen.
• Tijdens het zagen moet het werkstuk altijd met de
langste zijde worden geleid.
LET OP! Tijdens het bewerken van smalle werkstuk-
ken moet absoluut een schuifstok worden gebruikt.
De schuifstok (26) moet altijd binnen handbereik op
de daarvoor aanwezige schuifstokhouder (48) aan
de zijkant van de zaag worden bewaard.
11.1 Uitvoeren van langzaagsnedes (afb. 20)
Hierbij wordt een werkstuk in de lengterichting door-
gezaagd.
• Lengte-aanslag (25) aan de linkerzijde (voor zover
mogelijk) van de zaagband (22) overeenkomstig de
gewenste breedte instellen.
• Zaagbandgeleiding (5) op het werkstuk neerlaten
(9.5).
• Zaag inschakelen (10.1).
• Een kant van het werkstuk met de rechterhand te-
gen de lengte-aanslag (25) drukken, terwijl het op-
pervlak op de zaagtafel (7) ligt.
• Werkstuk met gelijkmatige toevoer langs de lente-
aanslag (25) in de zaagband (22) schuiven.
• Belangrijk: Lange werkstukken moeten worden
geborgd om te voorkomen dat ze aan het einde
van de zaaghandeling omlaag vallen (bijv. met rol-
staander).
11.2 Uitvoeren van schuine zaagsnede (afb. 19)
• Zaagtafel op gewenste hoek instellen (zie 10.3)
• Handeling net als onder 11.1 beschreven, uitvoe-
ren.
Bij er bij schuine sneden op dat de parallelaanslag
alleen rechts van de zaagband wordt gebruikt.

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido