INSTALLATIE
Boren in de wand en bevestigen van de beugels
12r
11
12a
Teken op de wand:
• Zet de beugel 7.2.1 op 1-2 mm van het plafond of van de bovenste limiet, zoals aangegeven.
• Kruis het midden van de gaten van de beugel aan.
• Zet de beugel 7.2.1 op X mm onder de eerste beugel (X= hoogte bijgeleverde bovenste
schouw), zoals aangegeven.
• Kruis het midden van de gaten van de beugel aan.
• Zet de koppelingssteun van de afzuigkap 7.1 op 1004 mm boven de kookplaat, zoals
aangegeven, en controleer of de bevestigingsgaten dezelfde afstand hebben vanaf de hoek
van de wand.
• Kruis de middelpunten van de gaten van de steun aan.
• Boor gaten van ø 8 mm op de plaats van de aangekruiste punten.
• Plaats de pluggen 11 in de gaten.
• Trek een horizontale lijn op de wand op: 668 mm boven het kookvlak.
• Zet de veiligheidsbeugels 7.5 op de horizontale referentielijn op 908 mm van de hoek van de
wand, zoals aangegeven, en controleer of ze waterpas zijn.
• Kruis het midden van de gaten van de veiligheidsbeugels aan.
• Boor gaten van ø 8 mm op de plaats van de aangekruiste punten.
• Plaats de pluggen 11 in de gaten.
• Bevestig de beugels en de steun met de bijgeleverde schroeven 12a (4,2 x 44,4).
• Draai de 2 bijgeleverde schroeven 12r (4,2 x 12,7) in de gaten vast voor de bevestiging van
de afzuigkap op de voorplaat van de koppelingssteun van de afzuigkap en laat een ruimte
over van 5-6 mm tussen de steun en de schroefkop.
NL
11
7.2.1
12a
12a
908
11
7.1
7.5
1÷2
908
6
69