Duw de draad nooit in het gebied dat gemaaid
moet worden.
• De draad kan makkelijk gras en onkruid
verwijderen langs muren, hekken, bomen en
bermen, het kan echter ook schade toebrengen
aan gevoelig schors van bomen en struiken,
en palen van hekken beschadigen.
• Verminder het risico van beschadiging aan
planten door de draad tot 10-12 cm korter te
maken en het motortoerental te verlagen.
Opruimen
• De opruimtechniek verwijdert alle ongewenste
NL
vegetatie. Houd de maaikop vlak boven de
grond op zijn kant. Laat het eind van de draad
de grond rond bomen, palen, beelden en
dergelijke raken.
VOORZICHTIG: Deze techniek versnelt
de slijtage van de draad.
• De draad slijt sneller en moet vaker verlengd
worden als u tegen stenen, bakstenen, beton,
metalen hekken, enz., werkt, dan wanneer de
draad in contact komt met bomen en houten
hekken.
• Bij het maaien en opruimen dient u met
minder ver geopend gas te werken zodat de
draad langer meegaat en slijtage van de
maaikop verminderd wordt.
Maaien
• De trimmer is ideaal om gras te maaien dat
moeilijk bereikbaar is met een gewone
grasmaaier. Houd het koord tijdens het maaien
parallel met de grond. Duw de maaikop niet
tegen de grond want dit kan het gazon vernielen
en het gereedschap beschadigen.
• Laat de maaikop niet steeds in contact komen
met de grond tijdens het normale maaien.
Dergelijk continu contact kan schade en
slijtage toebrengen aan de maaikop.
Vegen
• Het ventilatie-effect van de draaiende draad
kan gebruikt worden om snel en makkelijk
rommel op te ruimen. Houd de draad parallel
114
aan en boven het gebied dat geveegd moet
worden en beweeg het gereedschap heen en
weer.
• Bij het maaien en vegen dient u met volledig
geopend gas te werken om de beste resultaten
te behalen.
WAARSCHUWING: Maai nooit wanneer
er slecht zicht is of bij erg hoge of lage
temperaturen of wanneer het vriest.
Bos uitdunnen met gebruik van een zaagblad
• Het risico van kickout wordt groter naar gelang
de doorsnede van de stammen. Daarom dient
u te voorkomen om te snoeien met het
gedeelte van het blad tussen 12 en 3 uur
(Fig.16).
• Om de boom naar links te vellen, moet de
onderkant van de boom naar rechts geduwd
worden. Zet het blad schuin en breng het
diagonaal naar rechts naar beneden, oefen
stevige druk uit. Duw tegelijkertijd met de
beschermkap tegen de stam. Zaag met het
gedeelte van het blad tussen 3 en 5 uur. Zet het
gas helemaal open voordat u het zaagblad
vooruitbeweegt.
• Om de boom naar rechts te vellen, moet de
onderkant van de boom naar links geduwd
worden. Zet het blad schuin en breng het
diagonaal naar rechts naar boven. Zaag met
het gedeelte van het blad tussen 3 en 5 uur
zodat de draairichting van het blad de
onderkant van de boom naar links duwt.
• Om een boom naar voren te laten vallen, moet
de onderkant van de boom naar achteren
getrokken worden. Trek het zaagblad met een
snelle, stevige beweging naar achteren.
• Als de stammen erg dicht op elkaar staan, pas
uw loopsnelheid dan aan.
• Als het blad in een stam blijft steken, de
machine nooit lostrekken. Als u dat doet
kunnen het blad, het kegelwiel, de steel of het
handvat beschadigd raken. Laat de handvaten
los, pak de steel met beide handen vast en trek
de machine voorzichtig los.