NL
veiligheid contact op met een vakman! Bij gebruikmaking van een UVC-voorzuiveringsapparaat (Bitron) moet u altijd de
stekker uit het stopcontact trekken voordat u met onderhoudswerkzaamheden begint!
Montage
Leg de afvoerbuizen voor de wateruitlaat naar de vijver toe en voor de reinigingsuitlaat naar de riolering of het bloembed
(5) met voldoende verval. Plaats het apparaat minstens 2 m van de vijverrand (4) vandaan op een vaste en vlakke
ondergrond en zorg er voor dat het niet onder water komt te staan. Om werkzaamheden aan het apparaat te kunnen
verrichten, moet u de toegang tot het deksel helemaal vrij houden. Schuif de wartelmoer over het open slangmondstuk
(6), schuif c.q. draai de slang er op en borg ze met een slangklem. Leg de vlakafdichting in de wartelmoer en draai ze
vast op het waterinlaatstuk. Sluit de tweede waterinlaat af met het gesloten slangmondstuk (behalve bij montage van een
OASE UVC-voorzuiveringsapparaat, bijv. Bitron). Leg de slang zodanig dat niemand er op kan trappen en er geen
knikken in zitten. Sluit de slang aan op de pomp. Maak het deksel van het filter open en klap het zeefinzetstuk omhoog,
verwijder de scheidingswand tussen de filter- en de substraatkamer, zet de substraatbuis (7) in de geleiding in de
substraatkamer. Zet de scheidingswand weer in, klap het zeefinzetstuk omlaag en sluit het deksel.
Ingebruikname
Schakel de pomp in, maak het deksel van het apparaat open en stel de waterstraal zodanig met de regelaar (3) op de
waterverdeler in, dat hij het eerste derde van het zeef raakt. Sluit het deksel. Opmerking: Het Biotec-filter is een biologisch
fiItersysteem dat bij nieuwe installatie enkele weken nodig heeft om zijn volledige biologische werking te ontplooien.
Reiniging en onderhoud
Lees de veiligheidsinstructies eerst door! Reinig het filter alleen als dit nodig is en gebruik voor een optimale ontwikkeling
van de filterbiologie geen chemische reinigingsmiddelen, aangezien deze de bacteriën in de filterschuimen doden. Reinig
het apparaat onmiddellijk, als de onderhoudscontrole rood knippert.
Opmerking: De onderhoudscontrole wordt met een knoopcel van stroom voorzien. Om de laadtoestand te controleren,
drukt u op de batterijcontroleknop (1) van de onderhoudscontrole. Als de groene lampdiode slechts zwak of helemaal niet
brandt, moet u de knoopcel vervangen (let op de juiste polariteit).
Screenex-zeef reinigen
Trek de sluitstop op de zijkant van de vuilafvoer los. Maak de doorstromingsopening met de regelaar (3) op de
waterverdeler langzaam kleiner. Als gevolg van de toenemende druk wordt de waterstraal via de Screenex in de richting
van de opvanggoot geleid. Het vuile water kan van daaruit via de reinigingsuitlaat wegstromen. Als dit nodig is, moet u
het Screenex-zeef eruit nemen en grondig van beide zijden onder stromend water schoonspoelen. Ontdoe de
opvanggoot van het overige vuil en sluit de vuilafvoer met de sluitstop op de zijkant.
Maak de filtermat en de filterschuimen schoon, reinig de substraatbuizen of vervang het substraat.
Zet de pomp uit en maak het deksel van het apparaat open, klap het zeefinzetstuk omhoog en neem de filtermat weg.
Maak de filtermat schoon onder stromend water en zet ze weer in. Vervang ze als dit nodig is. Om de filterschuimen
mechanisch te reinigen, moet u het reinigingswerktuig (2) op een sponshouder zetten en de spons inzetstukken
meerdere malen samenpersen. Als dit nodig is, moet u de filterschuimen eruit nemen en onder schoon water reinigen.
Verwijder de scheidingswand tussen de filter- en de substraatkamer. Open de reinigingsuitlaat met de schuifafsluiter,
totdat het water volledig is weggestroomd, sluit hem weer en schakel de pomp in totdat het filter helemaal gevuld is met
vijverwater. Open de reinigingsuitlaat opnieuw en laat het water weglopen. Herhaal deze schoonspoelprocedure 2-3
maal. Neem de substraatbuizen weg, reinig ze onder stromend water of vervang het substraat. Zet de substraatbuizen
weer in de geleidingen, breng de scheidingswand weer aan, klap het zeefinzetstuk weer omlaag en sluit het deksel van
het filter. Zet de pomp weer aan.
Bewaren/overwinteren
Bij watertemperaturen van minder dan 8 °C of ten laatste als er kans is op vorst, moet u het apparaat buiten werking
stellen. Maak het apparaat leeg, reinig het grondig en controleer tevens of het beschadigd is. Verwijder het zeefinzetstuk
met de filtermat, alle spons inzetstukken en de substraatbuizen, reinig ze, droog ze en bewaar ze op een vorstvrije plaats.
De plaats waar u ze bewaart, mag niet toegankelijk zijn voor kinderen. Dek de filterhouder zodanig af, dat er geen
regenwater kan binnendringen. Maak alle slangen, buisleidingen en aansluitingen zoveel mogelijk leeg.
Niet-slijtvaste onderdelen
Filterschuimen en substraatfilters zijn niet-slijtvaste onderdelen en vallen niet onder de garantie.
Tot afval verwerken
Het apparaat dient volgens de nationale wettelijke bepalingen tot afval te worden verwerkt. Neem voor vragen contact
met uw vakhandel.
Storingen
Storing
Het apparaat loopt niet
Onderhoudscontrole
knippert
Er komt geen water uit de
vijverinloop
10
Oorzaak
- Apparaat nog niet lang in gebruik
- Pompcapaciteit stemt niet overeen
- Water is extreem verontreinigd
- Te veel vissen en dieren
- Filterschuimen zijn verontreinigd
- Screenex-zeef verontreinigd
- Filterschuimen verontreinigd
- De stekker van de pomp is niet ingestoken
- Vijverinloop verstopt
Oplossing
- De volledige biologische reinigingswerking wordt pas na
enkele weken bereikt
- Pompcapaciteit opnieuw instellen
- Algen en bladeren uit de vijver verwijderen, water verversen
- Richtwaarde: ca. 60 cm vislengte op 1 m
- Filterschuimen schoonmaken
- Zeef schoonmaken
- Filterschuimen schoonmaken
- Stekker van de pomp insteken
- Vijverinloop reinigen
3
vijverwater