3.3
!
!
32
1
Figuur 6:
Handgreep (1).
Installeer een klep op de zuig- en perszijde om de pomp af te sluiten van het
systeem. Zorg ervoor dat de pomp afgetapt kan worden zonder schade aan
te brengen aan personen, milieu of apparatuur.
• Als de pomp geen toeloop heeft, installeer dan een voetklep op de aanzuigleiding. Vul
de pomp en verwijder alle lucht. Zorg ervoor dat ze nooit droog loopt.
• Als het risico bestaat dat er luchtbellen ontstaan in het systeem of in het pomphuis,
moet een ontluchtklep worden geïnstalleerd aan de perszijde.
• Als het risico bestaat dat de weerstand niet de minimale waarde bereikt die nodig is
(zie paragraaf 2.3 "Minimale tegendruk"), installeer dan een klep om de vloeistofdruk
aan te passen.
• Als het risico bestaat dat de pomp droog loopt, installeer dan een geschikte
beveiliging om defect raken van de pomp te voorkomen. Dit is absoluut noodzakelijk
en vereist bij het verpompen van vloeistoffen die licht ontvlambaar zijn.
Opstarten
• Aanzuigen van de pomp. Indien de pomp moet aanzuigen, de pomp vullen en alle
lucht verwijderen.
De pomp mag niet draaien zonder vloeistof - ook niet gedurende zeer korte
tijd. Bij het verpompen van vloeistoffen die licht ontvlambaar zijn is geen lucht
toegestaan in het systeem. Dit is absoluut noodzakelijk om te voorkomen dat
statische elektriciteit wordt gegenereerd in de pomp, die ernstig persoonlijk
letsel en materiële schade kan veroorzaken.
• Controleren van de draairichting. Open de zuigklep en sluit de persklep.
Controleer de draairichting van de pomp door de pomp éénmaal kort te starten. Zorg
ervoor dat de motor draait in de juiste richting (zie de rotatiepijl op het pomphuis).
• Starten. Als de pomp éénmaal is gestart, de persklep langzaam openen. Vervolgens
druk, temperatuur en capaciteit controleren. Zorg ervoor dat de leidingen goed zijn
afgedicht en dat de pomp naar behoren functioneert. Indien dit niet het geval is, volg
dan het storings schema (zie hoofdstuk 5) of neem contact op met uw distributeur.
Laat de pomp niet tegen een gesloten klep draaien gedurende meer dan
drie minuten.
Indien de pompas niet dezelfde snelheid heeft als de motoras, slippen de
magneten en de motor moet onmiddellijk worden uitgeschakeld. Een
kloppend geluid is ook hoorbaar wanneer dit gebeurt.
Bij het terugzenden van een pomp voor reparatie, onderzoek of andere reden, moet deze
op de juiste wijze zijn gereinigd en verpakt. Tevens moet worden bijgevoegd:
documentatie over de verpompte vloeistof, de werkomstandigheden, uw eigen mening
met betrekking tot de storing/de reden van de storing en uw contactpersoon. Neem ook
contact op met SPX alvorens de pomp terug te sturen.
MDR/NL (1206) 3.2