men wil stimuleren, zijn bepalende en
essentiële factoren voor de doeltref-
fendheid van de elektrostimulatietech-
niek. Houd u dus altijd aan de op de
tekeningen aangeduide grootte van
de elektroden. Behalve bij een bijzon-
der medisch advies, moet u steeds de
op de tekeningen aangeduide plaat-
sing naleven. Indien nodig zoekt u de
beste positie door de positieve elek-
trode lichtjes te verplaatsen, tot u de
beste spiercontractie of de meest
comfortabele plaatsing vindt.
De Groep Compex wijst elke
verantwoordelijkheid af voor andere
positioneringen.
2. Positie van de persoon
Om de stimulatiehouding te bepalen
afhankelijk van de plaatsing van de
elektroden en het gekozen programma, ver-
wijzen wij u naar de tekeningen en picto-
gramman op de poster en naar de "Tabel
voor de plaatsing van de elektroden en de
stimulatieposities" in hoofdstuk VII.
e positie van de persoon hangt af
D
van de spiergroep die men wil stimu-
leren en van het gekozen programma.
oor de programma's die sterke spier-
V
contracties (tetanische contracties) ve-
roorzaken, is het aanbevolen om de
spier isometrisch te werken. Daarvoor
moet u het uiteinde van de gestimu-
leerde extremiteit(en) stevig vastma-
ken. Zo zorgt u voor een maximale
weerstand tegen de beweging en voor-
komt u dat de spier verkort tijdens de
contractie, en voorkomt u het optreden
van krampen en ernstige spierpijnen
na de sessie. Bijvoorbeeld bij het sti-
muleren van de quadriceps, om te
voorkomen dat de knieën worden ges-
trekt, gaat de persoon zitten, met de
enkels vastgebonden.
Voor de andere programmatypes bij-
voorbeeld de programma's
en het programma
deling TENS
recuperatie
tige spiercontracties, neemt u de
meest comfortabele houding aan.
3. Instellen van de
stimulatie-energie
oor een gestimuleerde spier, hangt
V
het aantal van de vezels die werken
af van de stimulatie-energie. Voor de
programma's die sterke spiercontrac-
ties (tetanische contracties) veroorza-
ken, moet u dus absoluut een
maximale stimulatie-energie gebrui-
ken, namelijk altijd tegen de grens
van wat u kunt verdragen, om zoveel
mogelijk vezels te activeren.
e "Tabel voor de plaatsing van de
D
elektroden en de stimulatieposities"
in hoofdstuk VII vertelt u hoe hoog
de energie moet zijn, in functie van
het gekozen programma.
4. Vooruitgang in de niveaus
n het algemeen is het niet aan te
I
raden de niveaus te snel te doorlo-
pen om zo snel mogelijk op niveau 5.
te geraken. De verschillende niveaus
zijn voorzien op een geleidelijke
opbouw van de elektrostimulatietrai-
ning.
et eenvoudigst en het meest voor-
H
komend is het, te beginnen met ni-
veau 1 en om naar het volgend
niveau over te gaan zodra men aan
een nieuwe stimulatiecyclus begint.
an het einde van een cyclus kunt u
A
ofwel een nieuwe cyclus beginnen
met het eerstvolgende hogere niveau,
ofwel een onderhoudscyclus volgen
van 1 sessie per week op het laatst
gebruikte niveau.
Pijnbehan-
Actieve
, die niet leiden tot krach-
279