Masimo LNCS DBI Serie Manual Del Usuario página 28

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 19
• De sensor mag in geen geval worden gewijzigd of aangepast. Wijzigingen of modificaties kunnen van invloed zijn op de prestaties en/of nauwkeurigheid.
• Reinig de sensoren alvorens deze weer te gebruiken bij verschillende patiënten.
• Week of dompel de sensor niet in vloeistoffen om beschadiging te voorkomen.
• Steriliseer de sensor niet door middel van straling of stoom, in een autoclaaf of met ethyleenoxide, omdat dit de sensor kan beschadigen.
• Probeer geen Masimo-sensoren of patiëntkabels te repareren, te reviseren of opnieuw te gebruiken, aangezien deze processen de elektrische
componenten kunnen beschadigen. Dit kan leiden tot letsel bij de patiënt.
• Let op: vervang de sensor als er een bericht sensor vervangen wordt weergegeven of wanneer een bericht lage SIQ continu wordt weergegeven tijdens
de bewaking van opeenvolgende patiënten nadat u de stappen voor het oplossen van problemen met lage SIQ hebt doorlopen die worden beschreven
in de gebruiksaanwijzing van het bewakingsapparaat.
• Opmerking: de sensor is voorzien van X-Cal®-technologie om het risico van onnauwkeurige afleeswaarden en onverwachtse onderbreking van de bewaking
van de patiënt te beperken. De sensor voorziet in een bewakingsduur van maximaal 8760 uur. Vervang de sensor wanneer deze bewakingsduur verstreken is.
INSTRUCTIES
A. Aanbrenglocatie
• Kies een plaats die goed doorbloed is en de bewegingen van een bij bewustzijn zijnde patiënt het minst beperkt. De ringvinger van de niet-dominante
hand heeft de voorkeur.
• De plaats moet helemaal schoon zijn voordat de sensor wordt geplaatst.
B. De sensor aanbrengen op de patiënt
1. Zie afbeelding 1. Houd de sensor vast met de ster en de kabel aan de bovenkant. Open de sensor door op de zijkanten van de sensor te drukken. Steek
de geselecteerde vinger in de sensor.
2. Zie afbeelding 2. Richt de sensor zodanig dat de kabel naar de bovenkant van de hand van de patiënt loopt. De vingertop moet de aanslag onder aan
de binnenkant van de sensor raken. Als de vingernagel lang is, kan deze door de opening in het uiteinde van de sensor steken. Controleer de sensor om
er zeker van te zijn dat deze correct is geplaatst. Laat de zijkanten van de sensor los. Nauwkeurige gegevens worden alleen verkregen als de detector
volledig is bedekt.
C. De sensor op de patiëntenkabel of het apparaat aansluiten
LNCS DBI
1. Zie afbeelding 3. Richt de sensorconnector (1) op de juiste wijze en steek de sensorconnector geheel in de patiëntenkabelconnector (2). Sluit het
beschermdeksel (3) volledig.
Rechtstreeks aansluiten op apparaat
1. Sluit de sensor rechtstreeks aan op een apparaat met (een licentie voor) Masimo SET-technologie of Masimo rainbow SET-technologie.
OPMERKING: raadpleeg de handleiding van het apparaat voor aanvullende informatie.
D. De sensor van de patiëntenkabel of het apparaat loshalen
OPMERKING: om beschadiging te voorkomen, moet u aan de sensorconnector trekken en niet aan de kabel.
LNCS DBI
1. Zie afbeelding 4. Licht het deksel (1) op om bij de sensorconnector (2) te komen. Trek stevig aan de sensorconnector (2) om deze uit de patiëntenkabel
te verwijderen (3).
Rechtstreeks aansluiten op apparaat
1. Zie afbeelding 5. Plaats duim en wijsvinger op de grijze knoppen (1) aan weerszijden van de sensorapparaatconnector (2). Druk stevig op de grijze knoppen
en trek de connector uit het apparaat.
E. De sensor van de patiënt verwijderen:
LNCS DBI en Directe aansluiting op apparaat
1. Open de sensor door op de zijkanten te drukken en trek zachtjes aan de sensor om deze van de patiënt te verwijderen.
2. Volg de reinigingsinstructies.
REINIGING
Reiniging van het sensoroppervlak:
1. Verwijder de sensor bij de patiënt en koppel de sensor los van de patiëntenkabel.
2. Reinig het oppervlak van de sensor door dit af te nemen met een gaasje met 70% isopropylalcohol.
3. Laat de sensor drogen voordat u deze aanbrengt bij de patiënt. Ga verder naar stap 4 tot en met 7 indien beperkte desinfectie is vereist.
4. Doordrenk een doekje of gaasje met een van de volgende oplossingen:
• Glutaaraldehyde (zoals Metrex, Metricide 28 of Cidex 2250)
• Ammoniumchloride (zoals ECOLAB, Huntington Brand, Aspeti-Wipe)
• 1 deel chloorbleekmiddel op 10 delen water
5. Veeg alle oppervlakken van de sensor en kabel af.
6. Doordrenk een andere doek of een ander gaasje met gedistilleerd water en maak alle oppervlakken van de sensor en de kabel schoon.
7. Veeg alle oppervlakken van de sensor en kabel droog met een schoon doekje of droog gaasje.
De sensor door weken reinigen of desinfecteren:
1. Plaats de sensor in een van de volgende reinigingsoplossingen, zodat de sensor en het gewenste kabeldeel volledig zijn ondergedompeld.
• Glutaaraldehyde (zoals Metrex, Metricide 28 of Cidex 2250)
• Ammoniumchloride (zoals ECOLAB, Huntington Brand, Aspeti-Wipe)
• 1 deel chloorbleekmiddel op 10 delen water
2. Verwijder de luchtbelletjes door de sensor en kabel zachtjes te bewegen.
3. De sensor en de kabel tenminste 10 minuten en niet langer dan 24 uur laten weken. De connector niet onderdompelen.
4. Verwijder uit de reinigingsoplossing.
5. Plaats de sensor en de kabel bij kamertemperatuur 10 minuten lang in steriel of gedestilleerd water. De connector niet onderdompelen.
6. Uit het water verwijderen.
7. Veeg alle oppervlakken van de sensor en kabel droog met een schoon doekje of droog gaasje.
LET OP:
• Geen onverdund bleekwater (5–5,25% natriumhypochloriet) of ander reinigingsmiddel dan de hier aanbevolen middelen gebruiken omdat dit blijvende
schade aan de sensor kan veroorzaken.
• De connector op de kabel niet in vloeistoffen onderdompelen.
• Niet steriliseren door middel van bestraling, stoom, autoclaaf of ethyleenoxide.
28
6684C-eIFU-0518

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido