6
Laadcyclus
6.1
Laadcyclus starten
Het starten van een laadcyclus is afhankelijk van het feit of het laadstation over een verificatie
beschikt. Dit is te herkennen aan de led-balk:
Groen knipperend: geen verificatie nodig
■
■
Blauw knipperend: autorisatie vereist
Informatie
Als een laadstation wordt geverifieerd zonder aangesloten voertuig, kan ge-
durende 60 seconden een voertuig worden aangesloten en daarmee een laatste
sessie worden gestart.
Laadcyclus starten
Voor het starten gaat u als volgt te werk:
1. De laadkabel in het voertuig steken.
2. Bij laadstation met laadbus: De laadkabel in de laadbus van het laadsta- tion steken.
3. Bij laadstation met verificatie: Verificatie op het laadstation door een RFID-kaart voor de
lezer te houden of door de sleutel in te steken en na rechts te draaien. Daarna kan de
sleutel eruit worden getrokken.
De laadcyclus kan nu door het voertuig worden gestart.
Als er tijdens het aansluiten of laden een onderbreking optreedt, wordt door het laadstation
automatisch (max. 5 keer) geprobeerd om de laadcyclus op- nieuw te starten. Als de laadcyclus
na max. 5 pogingen nog steeds niet kan worden gestart, schakelt het laadstation over op een
fouttoestand. Deze toe- stand kan worden verlaten door de laadcyclus correct af te sluiten en
het laadstation eventueel opnieuw op te starten. Als de fout herhaaldelijk op- treedt, dient u
contact op te nemen met uw servicepartner.
6.2
Laadcyclus beëindigen
Voor het correct beëindigen van de laadcyclus gaat u als volgt te werk:
1. Laadcyclus in het voertuig beëindigen
2. Bij laadstation met laadbus: Laadkabel uit het laadstation verwijderen
3. Bij laadstation met vast gemonteerde laadkabel: Laadkabel opbergen in de houder van het
laadstation
De laadcyclus is beëindigd.
Gebruiksaanwijzing V 1.00 Document: V 1.00 / Documentnr.: 105728 │ Date 28.05.2018
Laadcyclus
│19