Reparaties aan het apparaat
11.5 Membraan vervangen (afb. 24)
Schakel het apparaat uit.
Voor alle reparaties - netstekker uit het
stopcontact trekken.
Gevaar
1. Schroef beide schroeven (1) van de kap (2) af.
2. Schroef de zeskantschroef (3) met de sleutel
van 19 mm uit de flensring (4).
3. Verwijder de materiaaltransportpomp (5).
4. Verwijder het inlegstuk (6) en het membraan (7).
5. Het membraan kan slechts één keer worden
gebruikt. Membranen moeten altijd worden ver-
vangen.
– Reinig membranen, inlegstukken en montage-
vlakken op de schroefflens (8) en op de mate-
riaaltransportpomp (5) en droog ze alvorens ze
weer te monteren.
De onderdelen worden in omgekeerde volgorde
weer gemonteerd
6. Haal eerst alle zeskantschroeven (3) met 10 Nm
aan en draai ze vervolgens met 70 Nm kruise-
lings vast.
3
5
6
7
4
8
40
n
n
11.6 Voedingskabel vervangen (afb. 25)
Gevaar
2
1
Schakel het apparaat uit.
Voor alle reparaties - netstekker uit het
stopcontact trekken.
1. Demonteer de wagen of het onderstel.
2. Schroef de plaat (1) voorop de behuizing eraf.
3. Schroef de helft van de behuizing los en verwij-
der dit deel.
4. Maak de kabelschroefverbinding (2) los.
5. Maak de kabeldraden in de netaansluitingsklem
(3) los.
6. Vervang de voedingskabel.
2
3
1
Super Finish 21 • 23