3
VOORBEREIDINGEN
LET OP
Maak, wanneer de airconditioner bij lage
buitenluchttemperaturen wordt gebruikt (buitentemp.:
–5°C of lager) om te KOELEN, een windscherm of
een uitblaaskanaal zodat de wind de werking van de
airconditioner niet verstoort.
<Voorbeeld>
Windscherm aan aanvoerzijde
(Achterzijde)
Ventilator
Ventilator
Aanvoerzijde
(
Uitblaasopening via boven-,
linker- of rechterzijde is
ook mogelijk.
Te gebruiken waar sterke
zijdelingse wind kan optreden.
Voordat u begint met de
installatiewerkzaamheden
Lees, voordat u begint met de installatiewerkzaamheden,
de volgende punten aandachtig door)
Lengte van koelmiddelleiding
<SP1102AT-E, SP1402AT-E>
Lengte van koelmiddelleiding
die aangesloten wordt
op de binnen/buitenunit
5 m tot 30 m
*31 m tot 70 m
* Aandachtspunt bij het koelmiddel bijvullen
Vul, wanneer de totale lengte van koelmiddelleiding
groter is dan 30m, per extra meter leidinglengte 40g
koelmiddel bij. De maximale totale leidinglengte mag
echter niet meer dan 70 meter zijn. (Maximaal toe te
voegen hoeveelheid koelmiddel is 1600 g.)
Meet de benodigde hoeveelheid koelmiddel zorgvuldig
af. Door te veel bij te vullen kan de compressor ernstig
beschadigen.
Ontluchten
• Gebruik voor het ontluchten een vacuümpomp.
• Ontlucht het systeem niet door koelmiddel in de
buitenunit bij te vullen.
(Het koelmiddel blijft niet achter in de buitenunit.)
Elektrische bekabeling
• Zet alle voedings- en verbindingskabels tussen de
binnen- en buitenunit met klemmen vast.
Windscherm aan aanvoerzijde
(Zijkant)
Uitblaasscherm
Uitblaaszijde
Ventilator
Ventilator
Aanvoerzijde
)
Item
Extra koelmiddel bijvullen is niet nodig.
<Koelmiddel bijvullen>
Vul 40 g koelmiddel voor elke
meter extra leidinglengte boven 30 m.
Installatielocatie
• Op een plaats met voldoende ruimte er omheen.
• Op plaatsen waar het geluid van het apparaat en de
uitgeblazen lucht geen overlast voor de buren
bezorgen.
• Op een plaats die niet blootgesteld wordt aan sterke
wind.
• Waar er geen obstakels zijn die de luchtaan- of afvoer
blokkeren
• Zorg ervoor dat wanneer de buitenunit op een
verhoging geïnstalleerd wordt, de verhoging stabiel is.
• Het apparaat moet ruim passen op de verhoging.
• Een plaats waar overtollig water gemakkelijk kan
worden afgevoerd.
1. Installeer de buitenunit op een plaats waar de
uitgeblazen lucht niet wordt geblokkeerd.
2. Zorg ervoor dat, wanneer de buitenunit
blootgesteld wordt aan krachtige wind (zoals
bijvoorbeeld bovenop een gebouw of aan de kust),
de ventilator goed kan werken door gebruik te
maken van een windscherm of een uitblaaskanaal.
3. Neem de volgende punten in acht wanneer het
apparaat bovenop het dak van een hoog gebouw
geïnstalleerd moet worden.
1) Installeer het apparaat zodanig dat de
uitblaasopening ervan naar de muur van het
gebouw gericht is.
Installeer het apparaat minimaal 500 mm vanaf
de muur.
2) Installeer het apparaat zodanig dat de
luchtuitlaatopening haaks staat op de
gebruikelijke windrichting.
Krachtige
wind
4. Wanneer u de airconditioner op een van de
volgende plaatsen installeert zullen problemen
ontstaan.
Installeer de airconditioner nooit op de volgende
plaatsen.
• Waar veel machineolie wordt gebruikt.
• Waar zwaveldampen aanwezig zijn.
• Op een plaats waar hoogfrequente radiogolven
worden gegenereerd, zoals in de buurt van
audioapparatuur, lastrafo's en medische
apparatuur.
81
LET OP
Krachtige
wind