8.3
Overige storingen
8.3.1
Brander ontsteekt luidruchtig
Mogelijke oorzaken:
Voordruk te hoog.
Nee È
Onjuiste ontsteekafstand.
Nee È
Gas-luchtregeling niet goed ingeregeld.
Nee È
Zwakke vonk.
8.3.2
Brander resoneert
Mogelijke oorzaken:
Voordruk te laag. Lager dan 20 mbar.
Nee È
Recirculatie verbrandingsgassen.
Nee È
Gas- luchtregeling niet goed ingeregeld.
Nee È
Branderpakking defect
Nee È
Brander defect
8.3.3
Geen verwarming (CV)
Mogelijke oorzaken:
Het service display geeft een balkje (
weer. De ketel staat uit.
Nee È
Kamerthermostaat/weersafhankelijke regeling
niet gesloten of defect.
Nee È
Pomp draait niet. Display geeft 80 en 1 weer.
Nee È
Geen spanning (24 V).
Oplossing:
Ja Æ
Mogelijk is de huisdrukregelaar defect. Neem contact op met het energiebedrijf
Controleer de ontsteekpenafstand.
Ja Æ
Vervang de ontsteekpen.
Ja Æ
Controleer de afstelling, zie Gas- luchtregeling.
Controleer de ontsteekafstand.
Ja Æ
Controleer en/of vervang de ontsteekkabel.
Vervang de ontsteekunit op het gasblok. Vervang de ontsteekpen.
Oplossing:
Ja Æ
Mogelijk is de huisdrukregelaar defect. Neem contact op met het gasbedrijf.
Ja Æ
Controleer de verbrandingsgasafvoer en luchttoevoer.
Ja Æ
Controleer de afstelling, zie gas-luchtregeling.
Ja Æ
Vervang de branderpakking.
Ja Æ
Vervang de brander.
Oplossing:
-
Schakel de ketel in m.b.v. de
)
Ja Æ
Controleer de bedrading.
Controleer OpenTherm en Aan/uit aansluiting van het toestel
Ja Æ
Vervang de thermostaat.
Vervang de weersafhankelijke regeling.
Controleer de spanning.
Controleer connector X2.
Ja Æ
Steek met een schroevendraaier in de gleuf van de as van de pomp en draai de as.
Vervang defecte pomp.
Vervang defecte automaat. Controleer de bedrading volgens het schema.
Ja Æ
Controleer de connector X4.
Vervang de defecte automaat.
toets.
46