De classificatie komt overeen met de 6 bereiken in de tabel zoals
gedefinieerd door de WHO, zoals beschreven in «Paragraaf 1.».
Verder verschillen de kleuren op de display volgens de uitlezingen.
Als bijvoorbeeld de uitlezingen in het gebied van 1 tot 2 liggen is
het lampje op de display groen, in gebied 3 geel en in het gebied
4, 5 en 6 rood.
6. Geheugenopslag
Aan het eind van een meting slaat dit apparaat automatisch elk
resultaat op inclusief datum en tijd.
Bekijken van de opgeslagen waarden
Druk eventjes op de M-button AT, wanneer het apparaat is uitge-
schakeld. De weergave toont eerst «M» AP en dan een waarde,
b.v. «M 17». Dit betekent dat er 17 waarden in het geheugen zijn.
Het apparaat schakelt dan naar het laatst opgeslagen resultaat.
Wederom op de M-knop drukken toont de vorige waarde. Door
nogmaals op de M-knop te drukken, kunt u door de meetresultaten
heen bladeren.
Geheugen vol
Let op dat de maximale geheugencapaciteit van 200 niet
wordt overschreden. Als het geheugen vol is, worden de
oude waarden automatisch overschreven door nieuwe.
Om gegevensverlies te voorkomen, moeten waarden
worden geëvalueerd door een arts voordat de maximale
geheugencapaciteit is bereikt.
Wis alle waarden
Als u zeker weet dat u alle waarden permanent wilt verwijderen,
dan houdt u de M-knop (het apparaat moet van te voren zijn uitge-
schakeld) ingedrukt totdat «CL» verschijnt en dan laat u de knop
los. Om het geheugen permanent te wissen, drukt u op de M-knop
terwijl «CL» knippert. Losse waarden kunnen niet worden gewist.
Een meting uitvoeren zonder deze op te slaan
Zodra de meting is uitgevoerd en het resultaat wordt weergegeven
in het display houdt u de AAN/UIT knop 1 ingedrukt totdat de «M»
AP in het display knippert. Druk dan vervolgens op de M-knop AT,
dan wordt de meting verwijderd en niet opgeslagen in het geheugen.
7. Vervangen van de insteekkaart
U kunt de insteekkaart 3 vervangen door hem opzij eruit te trekken,
zoals getoond in afb. IV en vervang de papieren inzet.
44
Het kan nuttig zijn uw arts de dosering van de geneesmiddelen te
laten noteren of een noodtelefoonnummer op de kaart te schrijven.
Extra kaarten worden geleverd met het apparaat voor dit doeleinde.
8. Instellen van de alarmfunctie
Dit apparaat stelt u in staat 2 alarmtijden in te stellen, waarbij een
alarmsignaal geactiveerd zal worden. Dit kan handig zijn voor
bijvoorbeeld; Een herinnering voor het innemen van uw medicatie.
1. Voor het instellen van de alarmtijd,drukt u op de tijdknop AL het
apparaat moet van tevoren zijn uitgeschakeld)en direct erna de
M-knop AT en houdt beide ingedrukt tot het kloksymbool BN
links onderaan in de weergave verschijnt. Laat dan beide
knoppen los. Het knipperen «1» in de weergave geeft aan dat
het eerst alarm nu kan worden ingesteld.
2. Druk op de tijdknop om de uren in te stellen – de urenweergave
knippert en het indrukken van M-knop laat u de uren instellen.
Druk op de tijdknop ter bevestiging
3. Nu knippert de minutenweergave. De minuten kunnen met de M-
knop worden ingesteld. Ter bevestiging drukt u weer op de tijdknop.
4. Het kloksymbool zal nu knipperen. Gebruik de M-knop om te
selecteren of de alarmtijd actief) of inactief moet zijn (doorge-
kruiste klok). Druk op de tijdknop ter bevestiging
Om een tweede alarmtijd in te stellen gaat u als hierboven
vermeld te werk, maar wanneer het symbool «1» knippert drukt
u eenmaal op de M-knop zodat het symbool «2» knippert,
middels de «Tijd» knop kunt u deze tweede alarmtijd bevestigen.
Wordt een actief alarm aangegeven door het kloksymbool in het
display.
Het alarm zal op de ingestelde tijd elke dag klinken.
Om het alarm uit te zetten wanneer een alarm weerklinkt drukt
u op de AAN/UIT knop 1.
Om het alarm permanent uit te schakelen, ga dan als hierboven
beschreven te werk, en selecteer het doorgekruiste kloksym-
bool. Het symbool zal dan van de display verdwijnen.
De alarmtijden moeten opnieuw worden ingevoerd elke keer
dat de batterijen vervangen zijn.
9. Batterij-indicator en batterijvervanging
Batterijen bijna leeg
Wanneer de batterijen ongeveer ¾ verbruikt zijn zal het batterij-
symbool AO knipperen zodra het apparaat ingeschakeld is
(gedeeltelijk geladen batterij wordt weergegeven). Alhoewel het