Einde van het werk
Handmatige bediening
• Druk op de knop Reinigingsoplos-
sing AAN/UIT.
• Rijd nog enkele meters.
• Druk op de knop Borstelaandrijving
AAN/UIT.
De indicator licht op, de borsteleen
heid stopt en gaat omhoog.
• Rijd een korte afstand verder om het resterende vuil water
op te zuigen.
• Druk op de knop Zuigaggregaat
AAN/UIT.
De indicator brandt, de zuigmond
gaat automatisch omhoog.
De zuigmotor loopt nog 15 seconden
door om nadruppelen te voorkomen.
Automatische bediening
• Druk op de programmaknop AAN/
UIT.
De toevoer van de reinigingsoplos
sing wordt gestopt.
De borsteleenheid stopt en gaat om
hoog.
Na 30 seconden gaat het zuigmond
stuk omhoog.
De zuigmotor loopt nog 15 seconden
door vooraleer deze wordt uitge
schakeld.
Zuigmondstuk verwijderen en schoonmaken
• De machine moet uitgeschakeld zijn.
• Maak de twee zuigslangen los van de zuigmondhouder en
hang ze in de slanghouder.
• Druk de vergrendelingsbeugel sa-
men. Daardoor komt de zuigmond
vrij en kan deze uit de mondstukhou-
der worden verwijderd.
• Reinig de zuigmond met een borstel onder stromend wa-
ter.
• Na een grondige reiniging hangt u het mondstuk in de
daartoe voorziene houder aan de achterzijde van de ma-
chine.
NB:
Alleen met schone en ongeschonden la-
mellen bereikt u een optimaal zuigresul-
taat!
Legen en reinigen van de vuil- en schoonwatertank
NB:
Het verwijderen van het vuile water of de
reinigingsoplossing moet gebeuren in
overeenstemming met de nationale voor-
schriften.
NB:
Let bij het legen van de vuilwatertank op
de beschermingsvoorschriften van de fa-
-
brikant van het schoonmaakmiddel.
Vuilwatertank legen
• Neem de afvoerslang voor het vuile water uit de houder.
• Plaats de afvoerslang in een afvoer.
• Druk het knijppunt (1) van de afvoerslang samen.
1
Schoonwatertank legen
• Til de schoonwatertank (flextank) op, leg deze op het laag-
-
ste punt in de vuilwatertank en maak hem leeg.
• Haal de lege schoonwatertank (flextank) uit de vuilwater-
-
tank en spoel deze grondig met schoon water.
• Spoel de vuilwatertank grondig met schoon water.
-
-
Let op:
Een verstopt zuigfilter kan de zuigkracht
beïnvloeden.
Een verstopt aanzuigfilter kan de hoeveel-
heid reinigingsoplossing verminderen.
• Zet het grofvuilfilter (geel) en het zuigfilter weer terug.
• Plaats de afvoerslang weer in de houder.
• Trek het deksel van de afvoerslang
en leeg de vuilwatertank.
• Neem het grofvuilfilter (geel) eruit en
leeg het.
• Spoel het grondig uit met stromend
water.
• Neem het zuigfilter (geel) eruit en
veeg het vuil met een doek of een
zachte borstel weg.
• Neem het zuigfilter eruit en veeg het
vuil met een doek of een zachte bor-
stel weg.
NL
279