5. AANSLUITING OP DE ELEKTRISCHE STROOM
1
. Controleren of de spanning en de frequentie van het net overeenstemmen met die, die aangeduid is
op het plaatje (A) op het apparaat. . Er zich van vergewissen dat het voedingscontact:a) is uitgerust met
een geleider voor de aarding. b) aangepast is aan de nominale spanning aangeduid op het typeplaatje.
c) is uitgerust met de beschermingen volgens de IEC normen: - Contactverbreker met In=nominale
waarde zoals aangeduid op de plaat met technische gegevens. - Aardlekschakelaar met gevoeligheid Id
=30 mA.
3.
Controleren of er in de ruimte geen ontploffingsgevaar bestaat (AD).
voedingskabel die aangesloten is op het apparaat is: H05 VVF en is geschikt voor intern gebruik.
Vervang de kabel met een daarvoor geschikt type voor andere omgevingen (bijvoorbeeld H07 VVF voor
buiten).
N.B.
Als het apparaat tijdens het transport of de opslag verkeerdelijk is neergezet, dient u deze
minstens 3 uur op de juiste stand te laten rusten, alvorens deze op de elektrische stroom aan te sluiten.
5.
Steek de stekker in het stopcontact ( geen driewegstekkers of verloopstukken gebruiken) (zie fig. 3).
6. DE BEDIENING
Het apparaat is uitgerust met regelknoppen.
interne verlichting.
2. Schakelaar koelinstallatie:
3. Thermometer:
deze geeft de temperatuur aan de binnenkant van het toestel aan.
regelt de temperatuur van het toestel: a) Indien de toets
deze de mogelijkheid de ingestelde temperatuur te visualiseren, die vervolgens verhoogd kan worden
door te drukken op de toets
7. CONTROLE VAN EEN GEWONE WERKING ALVORENS DE LEVENSMIDDELEN ERIN TE DOEN
1.
De stekker zit in het stopcontact.
lichtje brandt.
3
. De thermometer duidt een temperatuur aan die geschikt is voor de waren.
interne verlichting is aangezet. . De deur is goed gesloten. . Er staan geen zonnestralen of felle
lampen direct op het apparaat gericht. . De omgevingstemperatuur is niet hoger dan 30°C R.V. - 55%,
waarvoor het apparaat geschikt is (Klimaatklasse 4).
gegarandeerd en er is tenminste 30 cm ruimte zonder belemmeringen voor het rooster.
ruimte is goed geladen, zonder de platen te zwaar te belasten. Er is genoeg ruimte gelaten voor een
goede circulatie van de koude lucht.
8. SCHOONMAAK VAN DE BINNENKANT (IEDERE 2 WEKEN)
1
. De voeding loskoppelen.
de accessoires schoonmaken met een met water en een beetje natriumbicarbonaat bevochtigde spons
en zorgvuldig afdrogen.
9. VERVANGING VAN DE INTERNE LAMPEN
1.
De voeding loskoppelen.
lamphouder van de tl-buis met de bescherming wegnemen.
nemen.
5.
De transparante beschermingsbuis verwijderen.
oorspronkelijke staat herstellen door in omgekeerde volgorde te handelen (zie fig.5).
Handleiding van de operator
2
1. Lichtschakelaar:
deze dient om de koelinstallatie aan te zetten.
5 "UP"
of op de toets
6 "DOWN"
2.
De schakelaar van de koelinstallatie is ingeschakeld en het groene
5
7
8.
2.
De deur openen en de bewaarde goederen wegnemen. . De wanden en
2.
De bevestigingsschroeven van een lamphouder losdraaien.
25
4.
deze dient voor het aansteken van de
4 "SET of P"
één keer wordt ingedrukt, biedt
(zie fig. 4).
6
Er is een luchtstroom naar de motorruimte
4.
De tl-buis uit de andere lamphouder
6.
De tl-buis vervangen.
De elektrische
Thermostaat:
deze
4.
De
9
. De interne
3
3
. De
7.
Alles in de
I
UK
D
E
F
NL
P
S
DK
FIN
B
GR
CZ
EE
LV
LT
H
M
PL
SK
SLO