Installatiehandleiding voor PB-IN-50HF / PB-IN-100HF / PB-IN-200HF
Dank u voor het aanschaffen van onze "intelligente"
actieve infraroodsensor met vier bundels.
Dit apparaat zal lang en betrouwbaar functioneren als
het juist wordt geïnstalleerd.
Lees de handleiding zorgvuldig zodat u de installatie juist
en optimaal kunt gebruiken.
Deze sensor is bedoeld om indringers te signaleren
en alarm te geven. Het apparaat werkt niet als
inbraakpreventie.
TAKEX is niet aansprakelijk voor schade, letsel of verlies
ontstaan door ongeluk, diefstal, overmacht (waaronder
overspanning door bliksem), misbruik, verkeerd
gebruik, abnormaal gebruik, onjuiste montage of foutief
onderhoud.
Omschrijving van het product
De actieve infraroodsensor van TAKEX (PB-IN-50HF,
PB-IN-100HF en PB-IN-200HF) bestaat uit een
infraroodzender en -ontvanger.
Hij is bedoeld om als "EN"-schakeling gebruikt te worden
– er wordt alleen alarm gegeven als de vier boven elkaar
geplaatste bundels gelijktijdig onderbroken worden.
Er wordt geen alarm gegeven als insecten of vallende
bladeren niet meer dan drie bundels onderbreken.
Daarnaast zijn er vier verschillende kanalen voor
de bundelfrequentie beschikbaar om overspraak
te voorkomen als een aantal apparaten wordt
gecombineerd op meerdere niveaus of in lijn.
De geprogrammeerde automatische versterkingsregeling
zorgt ervoor dat de gevoeligheid automatisch wordt
verhoogd bij slecht weer ter compensatie van mist,
regen of vorst.
Onderdelenlijst
(fi g. 1)
A - Kap
B - Zoeker
C - Spiegel
D - Horizontale fi jnafstelschroef
E - Verticale afstelschroef
F - Aansluitklemmen
G - Sabotageschakelaar
H - Schakelaar vergrendeling automatische
versterkingsregeling (alleen ontvanger)
I
- Functieverklaringen (zie R tot AF)
J - Spiegel
K - Afstelschijf
L - Dempingsplaat
M - Montageplaat
N - Bevestigingsbeugel
O - Uitbreekplaatje
P - Kap voor paalmontage
Q - Uitbreekplaatje
R - LED Bedrijfsindicatie
S - Bundelvermogen (af fabriek ingesteld op H)
T - Bundelkanaal (frequentie 1-4; af fabriek ingesteld
op kanaal 1)
U - LED gevoeligheidsdemping
V - LED alarm
W - Schakelaar voor geluidssignaal (uitlijnsignaal) (af
fabriek ingesteld op OFF)
X - Afstelling responstijd (af fabriek ingesteld op 0,05
sec)
Y - Aansluiting voor testapparaat
Z - LED geheugen
AA - Bundelkanaal (frequentie 1-4; af fabriek ingesteld
op kanaal 1)
AB - Keuzeschakelaar alarmuitgang (af fabriek ingesteld
op N/C)
AC - Geheugenkeuzeschakelaar (af fabriek ingesteld op
handmatig)
AD - Keuzeschakelaar omgevingsuitgang
(af fabriek ingesteld op N/C)
AE - Uitgangsklem voor omgevingssignaal
AF - Alarmgeheugen
Kabellengte tussen infraroodsensor en
inbraakmeldingscentrale
PB-IN-50HF
12 V
AWG22 (ø0,65 mm)
120 m
AWG20 (ø0,8 mm)
210 m
AWG18 (ø1,0 mm)
300 m
AWG17 (ø1,1 mm)
381 m
AWG16 (ø1,25 mm)
500 m
AWG15 (ø1,4 mm)
670 m
AWG14 (ø1,6 mm)
838 m
PB-IN-100HF
AWG22 (ø0,65 mm)
AWG20 (ø0,8 mm)
AWG18 (ø1,0 mm)
AWG17 (ø1,1 mm)
AWG16 (ø1,25 mm)
AWG15 (ø1,4 mm)
AWG14 (ø1,6 mm)
PB-IN-200HF
AWG22 (ø0,65 mm)
AWG20 (ø0,8 mm)
AWG18 (ø1,0 mm)
AWG17 (ø1,1 mm)
AWG16 (ø1,25 mm)
AWG15 (ø1,4 mm)
AWG14 (ø1,6 mm)
De maximale kabellengte als twee of meer paren
sensoren met elkaar zijn verbonden, is de
bovenstaande waarde gedeeld door het aantal paren
sensoren.
De signaallijn kan worden bedraad met AWG22
telefoonkabel (diameter 0,65 mm) tot een afstand
van maximaal 1000 m.
Installatiehoogte
In de meeste gevallen moet de bundel worden
geïnstalleerd op een hoogte van 70 cm tot 90 cm.
Houd rekening met de bundelspreiding van de
verschillende types om mogelijke refl ecties te
vermijden van de grond of voorwerpen in de omgeving.
(zie tabel fi g. 3)
Montage
De apparaten kunnen eenvoudig worden gemonteerd op
een paal of een vlak oppervlak.
Verwijder de kap door de schroef onder aan de kap los
te draaien. (fi g. 6E)
Maak de schroeven los waarmee de sensorbehuizing
aan de montageplaat zit en schuif de montageplaat
naar beneden zodat deze loskomt. (fi g. 6B)
- Voer een ruwe afstelling uit.
Met de afstelschijf en de afstelschroeven kan de
spiegel horizontaal (±90°) en verticaal (±10°) bewegen
zodat de sensor in alle richtingen kan werken.
Wandmontage
Plaats bepalen (fi g. 4A)
Plaats de montageplaat tegen de wand en gebruik hem
als mal om de boorgaten af te tekenen. (Zorg ervoor
dat er 20 mm ruimte boven de plaat is en 25 mm
onder de plaat. Dan kan de kap eenvoudig afgenomen
worden na montage.)
Boor gaten in de wand. (fi g. 4B)
Houten wand: 3 mm diameter.
Betonnen wand: zie specifi caties van de gebruikte
pluggen.
Installeer de sensor. (fi g. 4C)
Steek de montageschroeven in de gaten en laat deze
15 mm uitsteken.
Plaats de montageplaat op de schroeven.
Trek de kabel door het gat.
Draai de schroeven aan.
Verbind de aansluitingen.
Bevestig de kap.
24 V
Maak de kabeldoorvoer dicht zodat er geen
1100 m
insecten in het apparaat kunnen komen. (fi g. 4C)
Het apparaat kan niet worden gemonteerd op een
1890 m
verdeelkast.
Een verdeelkast kan wel worden gebruikt voor de
2800 m
toevoerkabels.
3350 m
4420 m
6000 m
7500 m
Montage op een paal
12 V
24 V
Maak een gat voor de kabel in de paal. Trek de kabel
110 m
1000 m
door het gat. (fi g. 5A)
- Het apparaat kan worden gemonteerd op een paal met
189 m
1710 m
een uitwendige diameter van 38-45 mm.
280 m
2500 m
- Boor voor de kabel een gat van ø13 mm door de paal
op de plaats waar het apparaat geplaatst wordt.
335 m
3000 m
Vijl alle bramen en scherpe kanten rond het gat weg
442 m
4000 m
om beschadiging van de kabel te voorkomen.
Desgewenst kan een rubber kabeldoorvoer worden
600 m
5490 m
gebruikt.
Monteer de sensor op de paal. (fi g. 5B)
750 m
6700 m
Plaats de U-beugels op de paal en zet ze met
schroeven vast aan de montageplaat.
12 V
24 V
Bevestig de sensorbehuizing.
Trek de kabel door het gat.
100 m
899 m
Verbind de aansluitingen.
Plaats de kappen. (Verwijder de uitbreekplaatjes
160 m
1500 m
uit de kap en uit de paalkap zodat ze passen bij de
250 m
2200 m
paaldiameter en de montagewijze.)
Rug-aan-rug montage op een paal (fi g. 5C)
300 m
2710 m
Bevestig vier U-beugels aan de paal in twee paren,
400 m
3510 m
boven elkaar in tegengestelde richting. (zie tekening)
534 m
4730 m
Instellen van functies en uitlijnen van
de bundel
665 m
6000 m
Zie de beschrijving van de functies voor een uitgebreide
uitleg van elk optie.
Schakel de stroom in met verwijderde kap.
Stel de functie-opties in.
Locatie
Zender /
Ontvanger
Enkel
zender
Enkel
ontvanger
Stel optiekhoek af (fi g. 13)
- Kijk door een zoeker op de optiek van de bovenste
zender en beweeg tot de ontvanger zichtbaar is.
- Herhaal deze procedure voor de onderste optiek en
herhaal dit dan voor de ontvanger.
Fig. 13A - Zoeker
Fig. 13B - Horizontale fi jnafstelschroef
Fig. 13C - Verticale afstelschroef
Fig. 13D - Afstelschijf
Fijn afstellen (fi g. 13)
De eerste afstelling van de bundel kan worden gedaan
met behulp van de uitlijnsignaaltoon.
- Bevestig de dempingsplaatjes (opgeborgen aan de
zijkanten in zender en ontvanger) op de onderste
optiek van zowel de zender als de ontvanger.
- Zet de schakelaar voor de signaaltoon van de
ontvanger op ON.
- Stel de optiek af met de afstelschroeven tot de hoogste
toon wordt bereikt. (N.B.: Er is geen toon als de LED
voor het dempen van de uitlijnsignaaltoon verlicht is.)
- Keer de procedure om, d.w.z. plaats de
dempingsplaatjes op de bovenste optiek van zender
en ontvanger en herhaal het afstellen.
- Plaats na het afstellen de dempingsplaatjes weer in de
opbergruimte in zender en ontvanger.
- Zet de schakelaar voor de signaaltoon op OFF.
Fig. 13E - LED gevoeligheidsdemping (licht op als
Fig. 13F - Signaaltoonschakelaar
Fig. 13G - Aansluiting voor testapparaat
Bundel uitlijnen met voltmeter (fi g. 13)
Nauwkeurig uitlijnen is mogelijk met behulp van een
voltmeter (10 V DC). Steek de kabels van de voltmeter in
de aansluitingen voor het testapparaat van de ontvanger.
De meetresultaten voor uitlijning zijn als volgt:
Functies
Functieschakelaars
Bundelkanaal
1ka.
(frequentie)
3ka.
Bundelvermogen
H
Uitlijnsignaal
ON
0,05 sec. (standaard)
Afstelling
0,3 sec.
responstijd
Anders
Alarmuitgang
N.O.
Omgevingsuitgang
N.O.
Auto reset
Alarmgeheugen
Handmatig
de ontvangst van de bundel beneden het
minimumniveau komt)
2ka.
4ka.
L
OFF
0,7 sec.
N.C.
N.C.
19