Definities En Pictogrammen - Tractel LDR Manual De Instalación, De Utilización Y De Mantenimiento

wordt gebruikt in een situatie waar valgevaar
bestaat, dient deze verplicht samen met een
valstopsysteem te worden gebruikt die verbonden
is met een harnas EN 361.
21. Tijdens het gebruik is het verplicht de volgende
afstelelementen
controleren. U dient eveneens te controleren dat de
installatie niet beschadigd kan raken door: scherpe
randen, wrijving, warmtebronnen...
NL
Voor speciale toepassingen kunt u contact
opnemen met Tractel

2. Definities en pictogrammen

2.1. Definities
"Leidinggevende": Persoon of afdeling verantwoordelijk
voor het beheer en de gebruiksveiligheid van het in
deze handleiding beschreven product.
"Technicus"
die verantwoordelijk
onderhoudswerkzaamheden die zijn beschreven in
deze handleiding en waarvoor toestemming is gegeven
aan de leidinggevende, die bekwaam en vertrouwd is
met het product.
"Operator": Persoon die gebruik maakt van het product
volgens de gebruiksnormen ervan.
"PBM": Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen
vallen van een bepaalde hoogte.
"Connector": Verbindingsstuk tussen de onderdelen
van een valbeveiligingssysteem. Deze voldoet aan de
EN 362 norm.
"Harnasgordel":
bescherming van het lichaam bestaande uit riemen en
gespen. Omvat antivalbevestigingspunten gemarkeerd
met een A indien ze alleen gebruikt mogen worden,
of met een A/2 indien ze in combinatie met een ander
A/2-bevestigingspunt gebruikt dienen te worden. Het
harnas voldoet aan de EN 361 norm.
"Ceintuur": Een valbeveiliging voor het lichaam dat om
het middel wordt bevestigd.
"Werkplekpositioneringsgordel": Een onderdeel dat
dienst doet als verbinding tussen een gordel en een
verankeringspunt, of met een structuur dat het omringt,
zodat het een ondersteuning vormt.
20
en bevestigingselementen
OPMERKING
.
®
: Bevoegd
is voor
Valbeveiligingsuitrusting
"Werkplekpositionering": Techniek die het mogelijk
maakt om een persoon, tijdens zijn werk, met behulp van
een individueel en gespannen beschermingsmiddel, te
ondersteunen zodat deze niet valt.
"Verankering": Techniek die het mogelijk maakt, met
te
behulp van persoonlijke beschermingsmiddelen, te
voorkomen dat een persoon zones bereikt waar een
risico van vallen op grote hoogte bestaat.
"Maximale gebruikslast": Maximale massa van
de operator, uitgerust met zijn PBM, werkkleding,
gereedschap en onderdelen die nodig zijn om de taak
uit te voeren.
"Valbeveiligingssysteem": Geheel bestaande uit de
volgende elementen:
– Harnasgordel.
– Valbeveiliging met automatische lijnspanner of
energieabsorber of meelopende valbeveiliging met
een starre ankerlijn of meelopende valbeveiliging met
een flexibele ankerlijn.
– Verankering.
– Verbindingsstuk."
persoon "Element
de Algemene term die één van de volgende elementen
aanduidt:
– Harnasgordel.
– Valbeveiliging met automatische lijnspanner of
energieabsorber of meelopende valbeveiliging met
een starre ankerlijn of meelopende valbeveiliging met
een flexibele ankerlijn.
– Verankering.
– Verbindingsstuk.
2.2. Pictogrammen
GEVAAR: Geplaatst aan het begin van een regel,
geeft instructies om schade aan personen, en in het
bijzonder dodelijke, ernstige of lichte verwondingen, en
milieuschade te voorkomen.
ter
BELANGRIJK: Geplaatst aan het begin van een
regel, geeft instructies om defecten en schade aan
uitrusting te voorkomen, die echter geen rechtstreeks
gevaar inhouden voor het leven of de gezondheid van
de operator of van andere personen en/of die geen
milieuschade kunnen veroorzaken.
OPMERKING: Geplaatst aan het begin van een
regel, geeft instructies over het verzekeren van de
doeltreffendheid of het gebruiksgemak van een
installatie, een gebruik of onderhoudswerkzaamheden.
van het valbeveiligingssysteem":