Gebruiksvoorschriften
Tijdens de werkzaamheden
Oliepeil in de kettingolietank
N
controleren
Kettingolietank uiterlijk bij elke
N
tweede wisseling van de accu
bijvullen
Kettingspanning regelmatig controleren
Een nieuwe zaagketting moet vaker
worden nagespannen dan een die reeds
langer meedraait.
In koude staat
De zaagketting moet tegen de
onderzijde van het zaagblad liggen,
maar moet met de hand nog over het
zaagblad kunnen worden getrokken.
Indien nodig, de zaagketting spannen –
zie hoofdstuk "Zaagketting spannen".
Op bedrijfstemperatuur
De zaagketting zet uit en hangt door. De
aandrijfschakels aan de onderzijde van
het zaagblad mogen niet uit de groef
komen – de zaagketting kan anders van
het zaagblad lopen. Zaagketting
spannen – zie hoofdstuk "Zaagketting
spannen"
LET OP
Bij het afkoelen krimpt de ketting. Een
niet-ontspannen zaagketting kan de
aandrijfas en de lagers beschadigen.
MSA 200 C
Na de werkzaamheden
Handbeschermer in stand ƒ
N
plaatsen
De accu uit het apparaat nemen
N
Zaagketting ontspannen als deze
N
tijdens de werkzaamheden bij
bedrijfstemperatuur werd
gespannen
LET OP
De zaagketting na beëindiging van de
werkzaamheden beslist weer
ontspannen! Bij het afkoelen krimpt de
ketting. Een niet-ontspannen
zaagketting kan de aandrijfas en de
lagers beschadigen.
Bij langdurige buitengebruikstelling
Zie hoofdstuk "Apparaat opslaan"
Zaagblad in goede staat
houden
2
1
Zaagblad omkeren – steeds nadat
N
de ketting is geslepen en nadat de
ketting is verwisseld – om eenzijdige
slijtage te voorkomen, vooral bij de
zaagbladneus en aan de onderzijde
Olietoevoerboring (1),
N
oliekanaal (2) en zaagbladgroef (3)
regelmatig reinigen
Groefdiepte meten – met behulp
N
van het meetkaliber op het
vijlkaliber (speciaal toebehoren) –
op de plaats waar de slijtage het
grootst is
Kettingtype Kettingsteek Minimale
groefdiepte
Picco
1/4" P
4,0 mm
Als de groef niet ten minste zo diep is:
Zaagblad vervangen
N
Nederlands
3
3
325