Die Kehrmaschine wird von einem hydrostatischen System
angetrieben, das aus einer Verstellpumpe 1 (Fig.9) besteht,
die vom Verbrennungsmotor und von einem Hydromotor der
Vorderradsteuerung angetrieben ist.
SEHEN FIG.9 - 9/A ELEKTRISCHE VERSION
SEHEN FIG.9 - 9/B DIESEL UND BENZINVERSION
Wartung und Einstellung des Antriebssystems
1) Der Betriebsdruck des Antriebssystems liegt zwischen 40
und 80 bar (max. Eichwert des Druckkreises: 200 bar)
2) Die Vorwärts- und die Rückwärtsfahrt werden mit dem
Pedal 2 (Fig.9) bedient.
Zum Auffi nden der mittleren Leelaufstellung muß man wie folgt
vorgehen: die Kontermutter 3 (Fig.9) lösen und und Mutter 4 (Fig.9)
einstellen, die die Last der Feder von der einen zur anderen Seite
verschiebt, bis die Mitte gefunden ist und die Kehrmaschine stehen
bleibt.
GEFAHR!
AUS SICHERHEITSGRÜNDEN DARF DIE EINSTELLUNG
OBLIGATORISCH
NUR
AUSGEFÜHRT WERDEN. BERÜHRUNG HEISSER MOTORTEILE
VERMEIDEN!
99
MIT
ABGESTELLTEM
MOTOR
De veegmachine wordt aangedreven door een hydrostatisch
systeem gevormd door een regelbare pomp 1 (Fig.9) aangedreven
door een verbrandingsmotor en door een hydraulische motor die het
voorwiel bedient.
ZIEN FIG.9 - 9/A ELEKTRISCHE VERSIE
ZIEN FIG.9 - 9/B DIESEL EN BENZINE VERSIE
Onderhoud en afstelling aandrijfsysteem
1) De werkdruk van het aandrijfsysteem ligt tussen 40 en 80 bar (Max.
afgestelde circuitwaarde : 200 bar)
2) Vooruit- en achteruit rijden wordt bestuurd door pedaal 2 (fi g.9).
Om de versnelling neutraal te zetten moet u: contramoer 3 (fi g.9)
losdraaien en moer 4 (fi g.9) draaien om de veerbelasting naar de
ene of de andere kant te brengen totdat een evenwicht gevonden is
en de veegmachine blijft staan.
GEVAAR!
OM VEILIGHEIDSREDENEN DIENT DE AFSTELLING TE
GESCHIEDEN TERWIJL DE MOTOR UITGESCHAKELD IS
EN DIENT U CONTACT MET HETE MOTORONDERDELEN TE
VERMIJDEN.