4. AANWIJZINGEN VOOR DE ACCU
• Wij adviseren om de accu na elke rit op te laden.
• Het onderbreken van het oplaadproces door de oplader los te
koppelen, is toegestaan.
• Wij adviseren om de oplader verbonden te laten met de accu's na het
opladen. De lader zal elke week automatisch een korte verversing uitvoeren
om de accu volledig opgeladen te houden.
• De accu's dienen elke maand opnieuw te worden opgeladen om ze
volledig opgeladen te houden.
• Diepe ontlading van de accu's moet worden voorkomen, omdat
hierdoor de levensduur wordt verkort.
• Diep ontladen accu's moeten direct opnieuw worden opgeladen om
onherstelbare schade te voorkomen.
5. SETUP
Bij het plaatsen van de acculader dient erop te worden gelet dat er voldoende
ventilatiemogelijkheid rondom het apparaat aanwezig is. Een ruimte van tenminste 10
cm dient te worden aangehouden. Als er niet voldoende ventilatie is of de
temperatuur te hoog is, zal de lader het uitgangsvermogen verlagen (waardoor het
opladen langer duurt).
De behuizing is van kunststof en geschikt als tafelmodel.
Tijdens het normale gebruik zal de behuizing warm worden. Dat is normaal.
6. DC-AANSLUITING
De laadkabel wordt geleverd met een XLR-stekker, waarbij pin 1 van de XLR-
stekker de pluspool (+), pin 2 de minpool (-) en pin 3 het aandrijfblokkeersignaal is.
Als de accu met omgekeerde polariteit wordt aangesloten op de acculader,
begint de acculader niet met opladen en gaan beide leds knipperen (storing).
Afbeelding 1 XLR-stekker
3