NL
Opslag
Algemene opslaginstructies
Bewaar het apparaat niet met
een gevulde vangmand. Bij heet
weer begint het gras onder in-
vloed van warmte te broeien. Er
bestaat brandgevaar.
•
Reinig en onderhoud het apparaat
vóór de opslag.
•
Laat de motor afkoelen voordat u het
apparaat in gesloten lokalen wegzet.
•
Gebruik voor de bewaring van de
brandstof geschikte en toegestane re-
servoirs.
•
Bewaar het apparaat op een droge en
tegen stof beschermde plaats en dit
buiten het bereik van kinderen.
• Omhul het apparaat niet met nylon-
zakken omdat vochtigheid en schim-
mel tot ontwikkeling zouden kunnen
komen.
Opslag tijdens langere be-
drijfsonderbrekingen
Veronachtzaming van de opslagin-
structies kan door brandstofresten
in de carburateur tot startproble-
men of permanente beschadigin-
gen leiden.
•
Ledig de benzinetank op een goed ge-
ventileerde plaats.
•
Ledig de carburateur:
Start daarvoor de motor en laat hem
draaien totdat de motor stopt. Laat de
motor afkoelen.
•
Ververs de olie (zie „Motorolie verver-
sen").
56
•
Conserveer de motor:
- Draai de bougie uit (
„Reiniging en onderhoud" (Bougie
wisselen / instellen);
- Giet een eetlepel motorolie door de
bougieopening in de motorruimte;
- Trek meermaals langzaam aan de
starterkabel (
trokken veiligheidsbeugel (
en dit om de olie in het binnenste
gedeelte van de motor te verdelen.
- Schroef de bougie (
vast.
•
Voer oude olie en benzineresten op
milieuvriendelijke wijze af (zie „Afval-
verwijdering/milieubescherming").
Afvalverwijdering/
milieubescherming
•
Breng het apparaat, de toebehoren en
de verpakking naar een geschikt recy-
clagepunt.
- Ledig de benzine- en olietank zorg-
vuldig en geef uw apparaat in een
recyclingpark af. De gebruikte kunst-
stof- en metalen onderdelen kunnen
per soort gescheiden worden en zo-
doende aan een recycling onderwor-
pen worden.
- Oude olie en benzineresten in een
recyclingpark afgeven en niet in de
riolering of in de afvoer gieten.
- Raadpleeg hiervoor ons "Service-
Center".
•
De afvalverwijdering van uw defecte
ingezonden apparaten voeren wij gra-
tis door.
•
Werp gesnoeid gras niet in de vuilnis-
bak, maar onderwerp het aan com-
postering of verdeel het als mulchlaag
onder struiken en bomen.
12) (zie
25) bij een afge-
2)
12) weer