10. Montage
Waarschuwing!
• Product alleen met zeer lage veiligheidsspanning (SELV) gebruiken. De onder-
delen mogen niet geaard worden.
• Voeding (niet bij de levering inbegrepen, zie Toebehoren,
natte gedeelte in een extra ruimte plaatsen.
• Elektrische aansluiting met een aardlekschakelaar (RCD) beveiligen.
Veronachtzaming kan tot levensgevaar of materiële schade leiden, bijv. door
elektrische schok of brand.
Waarschuwing!
Armatuur alleen gebruiken met de daarvoor bestemde zeef.
Het niet in acht nemen hiervan kan schade aan de armatuur veroorzaken.
☞
Belangrijk!
Voor de montage dienen de buisleidingen conform DIN1988 te worden gespoeld.
10.1 Ruwbouwbescherming verwijderen.
10.2 Afsluitbout (a) op de waterhoeveelheidregulering schroeven.
10.3 Zeef (b) vervangen.
☞
Belangrijk!
Op de inbouwpositie van de zeef letten.
10.4 Afsluitbout (a) op de waterhoeveelheidregulering schroeven.
Let op!
Bij het draaien van de wartelmoeren (c) met een steeksleutel de waterhoeveelheid-
reguleringen (d) op hun positie houden.
10.5 Het spoelstuk (g) en de aanwezige afdichtingen verwijderen.
10.6 Het magneetventiel (e) met nieuwe afdichting en de slang (j) monteren.
10.7 Frame (h) waterpas monteren.
10.8 Indien nodig, de afstandshulzen (j) inkorten op de maat - voorkant inbouwdoos tot
voorkant tegels.
Afbeelding vereenvoudigd, zonder armatuur
10.9 De slang (f) op de uiloop monteren.
10.10 Wateraansluitingen op lekkages controleren.
☞
Belangrijk!
Het magneetventiel moet voor de voeding worden aangesloten.
10.11 Het magneetventiel aansluiten (k) op de sensor AQUACONTACT (l).
☞
Batterijvak resp. netdeel en verlengsnoer worden niet meegeleverd (zie Toebe-
horen,
hoofdstuk
44
16).
hoofdstuk
19) buiten het