Inbedrijfstelling; Vervangen Van De Fi Lterpatroon - Brita PURITY C Manual Del Usaurio

Ocultar thumbs Ver también para PURITY C:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 44
Slangen op de wateringang „IN"
C
Gebruik bij G3/8" aansluitingen vlakke afdichtingen en gebruik bij John Guest aansluitin-
gen slangen met een diameter van 8 mm.
Attentie: Het max. aanhaalkoppel op G3/8" aansluitingen mag 14 Nm niet overschrij-
!
den! Er mogen uitsluitend slangaansluitingen met vlakke afdichtingen worden gebruikt.
Slangen met conische schroefverbindingen kunnen namelijk de aansluitingen van de
fi lterkop beschadigen, wat leidt tot het vervallen van de aanspraak op garantie! Voor het
aansluiten van apparaten mogen uitsluitend slangen worden gebruikt die voldoen aan
de eisen van DVGW-W 543. Het gebruik van BRITA slangensets (hoofdstuk 10) wordt
aanbevolen.
Bypass instelling
D
aanpassen (hoofdstuk 4.2).
Opmerking: De bypass instelling is in de fabriek op 30% ingesteld.
Filterkop
1
4.2 Instelling van bypass en capaciteit
De carbonaathardheid van het plaatselijke water door middel van de BRITA carbonaathardheids-
test (art. 710800) bepalen. Eventueel kan de carbonaathardheid bij het plaatselijke waterbedrijf
worden opgevraagd.
De bypass instelling en de capaciteit overeenkomstig de toepassing en de vastgestelde carbo-
naathardheid aan de hand van de bypass- en capaciteitstabel (hoofdstuk 6) bepalen.
Vervolgens de bypass instelling
Opmerking: Alleen de PURITY C 0–70% fi lterkoppen beschikken over een variabele bypass
instelling. Voor de precieze, continue controle van de uitputtingsgraad van de fi lterpatroon wordt
de installatie van de BRITA FlowMeter 10–100A (art. 298900) aanbevolen.
4.3 Plaatsen van de fi lterpatroon
Beschermkap
E
De volgende vervangingsdatum in het datumvak op de fi lterpatroon
De fi lterpatroon
F
Attentie: De fi lterpatroon kan alleen bij een geopende vergrendeling geplaatst wor-
!
den. Zorg voor een juiste plaatsing van de fi lterpatroon.
De vergrendeling

4.4 Inbedrijfstelling

Open de watertoevoer en schakel het eindapparaat uit.
G
Het spoelventiel
water helder en zonder luchtbellen is. Er moeten ten minste twee netto volumes worden
H
gespoeld (hoofdstuk 9).
Opmerking: Vang het bij het ontluchten/spoelen van de spoelslang
water op in een emmer.
Controleer het systeem op eventuele lekkages.
5 Vervangen van de fi lterpatroon
De vervanging van de fi lterpatroon moet na 6–12 maanden plaatsvinden, uiterlijk 12 maanden na
inbedrijfstelling onafhankelijk van de uitputtingsgraad van de fi lter. Als de capaciteit van de fi lterpa-
troon al eerder uitgeput is (hoofdstuk 6), moet de vervanging eerder plaatsvinden.
Attentie: Bij het vervangen alle gedemonteerde onderdelen zorgvuldig nakijken! Defecte onder-
!
delen moeten vervangen worden, verontreinigde delen dienen gereinigd te worden! Voor de ver-
vanging de bedrijfs- en veiligheidsvoorschriften (hoofdstuk 3) in acht nemen. Na opslag en transport
onder 0°C moet het product in de geopende, originele verpakking minstens 24 uur voor de installatie
worden bewaard op omgevingstemperatuur van de installatieplaats (hoofdstuk 9).
Aanwijzing: Bij een geopende vergrendeling is de watertoevoer naar de fi lterpatroon onderbroken
en is directe waterstroming van de wateringang
watertoevoer afsluiten en voeding van het eindapparaat uitschakelen.
4
controleren en indien nodig aan de plaatselijke carbonaathardheid
10
in de wandhouder
vastklikken.
5
op de vastgestelde waarde instellen.
10
van de fi lterpatroon halen.
7
verticaal in de fi lterkop
6
draaien tot hij merkbaar vastklikt.
2
activeren en het waterfi ltersysteem spoelen totdat het gefi lterde
8
en -uitgang „OUT"
3
plaatsen.
1
naar de wateruitgang
4
van de fi lterkop
monteren.
1
noteren.
6
weglopende
9
mogelijk. (Indien nodig
3
29

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido