HOOFDSTUK 6 PREVENTIEF ONDERHOUD
Goed onderhoud van het product is zeer eenvoudig, maar is een belangrijke
factor voor de betrouwbaarheid ervan. Dit hoofdstuk beschrijft het onderhoud
en de service die nodig zijn voor het product en de accessoires.
6.1 Onderhoud
WAARSCHUWING: Indien de verantwoordelijke partijen,
ziekenhuizen of instellingen die het product gebruiken het
aanbevolen onderhoudsschema niet volgen, kan dit leiden tot
storingen aan de apparatuur en mogelijke gevaren voor de
gezondheid. De fabrikant aanvaardt op geen enkele wijze
verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van het aanbevolen
onderhoudsprogramma. De verantwoordelijkheid berust
uitsluitend bij de personen, ziekenhuizen of instellingen die het
product gebruiken.
1.
Het akoestische oppervlak van de transducer is kwetsbaar en moet
met zorg worden behandeld. De gel moet na gebruik van de transducer worden
afgeveegd. Deze voorzorgsmaatregelen zullen de levensduur van het toestel
verlengen.
De gebruiker moet de apparatuur vóór gebruik controleren op zichtbare
tekenen van schade die van invloed kunnen zijn op de veiligheid van de patiënt
of de geschiktheid van het product. Het aanbevolen inspectie-interval is één
keer per maand of minder. Als er beschadigingen zijn, wordt aanbevolen deze
vóór gebruik te vervangen.
2.
Om ervoor te zorgen dat het product altijd operationeel is wanneer
dat nodig is, dient het volgende onderhoud te worden uitgevoerd:
Visuele inspectie.
Reinig het product en de accessoires.
Controleer de brandstofmeter van de accu.
Test de prestaties van het product.
Correctie: handmatig de FHR berekenen met het geluid van de foetale hartslag
voor het scoren.
Aanbevolen zorg en onderhoud:
Het is belangrijk dat het product in het bedrijfstemperatuurbereik
wordt opgeslagen als het naar verwachting zal worden gebruikt. Een optimale
levensduur van de batterij wordt verkregen bij opslag en gebruik bij kamertem-
peratuur. Zie hoofdstuk 7 voor de temperatuurspeci caties.
12