Ref. 9722301Z
en de lucht aftappen langs de drukopnemingsopening
van de manometer.
2.15. Onderhoudsinstrukties
Voor iedere tussenkomst dient de elektrische voeding
uitgeschakeld en de brandstofleiding afgesloten te
worden.
2.15.1. Reiniging van de warmtewisselaar
De stookketel moet regelmatig gereinigd worden ten
einde goed rendement te kunnen behouden. In funktie
v.d. gebruiksomstandigheden gebeurt deze operatie
één of twee maal per jaar.
De electrische voeding van het toestel uitschakelen
-
Het deksel van de ketel afnemen , de brander en de
-
reinigingsplaat.
De turbulatoren uitnemen en ze schoonmaken.
-
De warmtewisselaar reinigen met een borstel Ø 50 mm
-
of een krabber.
De reinigingsresidus verwijderen.
-
Na reiniging zorgvuldig de verschillende toebehoren
opnieuw monteren en de dichting kontroleren van de
reinigingsplaat.
2.15.2. Onderhoud van de brander
Nodig gereedschap : Inbussleutel van 3, kruisvormige
schroevedraaier, platte sleutel van 7, 10, 13 en van 21,
pijpsleutel van 16 of sleutel voor sproeier.
Het regelmatige onderhoud van de brander (cel,
spuitstuk, verbrandingskop, elektrode, pompfilter) moet
worden uitgevoerd door een vakman, 1 of 2 maal per
jaar, naargelang de gebruiksomstandigheden.
Voor iedere tussenkomst dient de elektrische voeding
-
uitgeschakeld en de brandstofleiding afgesloten te
worden.
De cel uitnemen en zorgvuldig kuisen met een droge
-
lap.
De verbrandingskop demonteren en met een penseel
-
reinigen.
De sproeier demonteren met de geleverde sleutel en
-
hem vervangen (fig. 15).
Z o r g v u l d i g d e e l e k t r o d e s r e i n i g e n e n d e
-
tussenafstanden kontroleren.
De luchtklep (k. 5, fig. 21, bl. 17) demonteren en
-
reinigen evenals het luchttoevoerkanaal met een
penseel.
Het deksel omkantelen en de binnenruimte reinigen.
-
Om de pompfilter te reinigen : de kleppen sluiten en
een vatje onder de pomp plaatsen; het deksel
Gebruiksaanwijzing
Mazoutstookketel
demonteren (4 schroeven), de filter uitnemen en hem
zorgvuldig reinigen; de filter en het deksel hermonteren
en de dichting ervan kontroleren.
Na terugplaatsing moet er een verbrandingskontrole
worden uitgevoerd teneinde de afstelling van de
brander na te gaan en kontroleren dat deze afstelling
overeenkomt met het vermogen van de brander.
2.15.3. Onderhoud van de schoorsteen
De schoorsteen moet 1 tot 2 maal per jaar door een
vakman gereinigd worden.
2.15.4. Onderhoud van de veiligheidsonderdelen
Ieder jaar de goede werking van het expansiesysteem
kontroleren : de druk van de expansievat en de
tarrabepaling van de vieligheidsklep.
Document n° 970-3 NL ~ 04/02/2000
Figuur 17 - Besturingsprogramma LOA 24
A - Starten van brander zonder verwarmer
B - Verschijning van de vlam
C - Werkingspositie
t1 - Voorventilatiestijd
t3 - Voorontstekingstijd
t2 - Veiligheidstijd
t3n - Naontstekingstijd, verdwijnensstijd van
de vlam : 1 sec
Figuur 18 - Toegang naar rookkanalen
Sunasanit 3023I
11