Sunasanit 3023I
2.16. Reden van een slechte werking van
de brander
Situatie
De motor draait niet
De motor draait, maar er is
geen ontsteking en geen vonk.
De motor draait, aanwezigheid
van vonk maar er is geen
ontsteking.
De brander slaat aan, maar
stopt onmiddellijk.
Vlam die los gaat of vlam die
naar de zijkant gaat.
Rookachtige vlam, vorming
van cokes.
Bij het stoppen blijft de mazout
langs de sproeier lopen.
12
Mazoutstookketel
Waarschijnlijke redenen
De electrische voeding is defect.
Het ontstekingssysteem is defect.
Voeding in brandstof defect.
-
De verstuiving van de fuel is slecht.
De verbranding is slecht.
-
Document n° 970-3 NL ~ 04/02/2000
−Aktie
−- Kontroleer de schakelaar, de smeltzekeringen, de
thermostaten, de veiligheidsdoos, de motor.
−- Kontroleer de montage, de staat en afstand tussen de
elektroden.
- De ontstekingskabels kontroleren.
- De ontstekingstransformator kontroleren.
- De veiligheidsdoos kontroleren.
−- Nagaan of er mazout in de tank is en of de kraan open
is.
- De dichting van de kraan en van de aanzuigleiding
kontroleren.
- Pompfilter kontroleren, evenals de staat van de
tandwielen en van de elektroklepspoel.
- De staat van de sproeier kontroleren.
−- e zuiverheid van de cel kontroleren evenals de staat van
haar kabel.
- De veiligheidsdoos kontroleren.
- De regeling van de verbrandingskop kontroleren.
- De voeding in brandolie en de sproeier kontroleren.
−- De sproeier en zijn filter kontroleren.
- De druk van de pomp kontroleren.
−- De regelingen kontroleren.
- De turbine, de luchtluiken en de luchtcirculatie in het
stookplaats kontroleren.
−- Kontroleren dat de antidruppelklep op de sproeier
staat.
- De dichtheid kontroleren van de elektroklep en ze
zorgvuldig schoonmaken.
Ref. 9722301Z
Gebruiksaanwijzing