6.2.1 - Voorbeelden van programmering: eerste niveau en tweede niveau
Eerste niveau: als voorbeeld nemen we de procedure voor het veranderen van de in de fabriek geprogrammeerde instelling van de functie "Automati-
sche sluiting" (L1) en "Sluit altijd" (L3):
01. Houd de toets "Set" ongeveer 3 seconden ingedrukt;
02. Laat de toets los wanneer de led "L1" begint te knipperen;
03. Druk 1 maal op de toets Set om de status van de aan L1 gekoppelde functie (automatische sluiting) te veranderen.
De led L1 zal eenmaal lang knipperen;
04. Druk 2 maal op toets t om naar L3 te gaan;
05. Druk 1 maal op de toets Set om de status van de aan L3 gekoppelde functie (sluit altijd) te veranderen.
De led L3 zal eenmaal lang knipperen;
06. Wacht 10 seconden (maximumtijd) om de programmering af te sluiten.
Belangrijk – Na afloop van deze procedure moeten, om aan te geven dat de functies voor "Automatische sluiting" en "Sluit altijd" actief zijn, de led's L1 en
L3 blijven branden.i.
Tweede niveau: als voorbeeld nemen we de procedure voor het veranderen van de in de fabriek geprogrammeerde instelling van de functie "Pauzetijd"
op 60 seconden (ingang op L1 en niveau op L5) en "Snelheid" (van ingang L3 naar niveau L6):
01. Houd de toets "Set" ongeveer 3 seconden ingedrukt;
02. Laat de toets los wanneer de led "L1" begint te knipperen;
03. Houd toets Set ingedrukt totdat punt 05 is afgewerkt;
04. Wacht circa 3 seconden totdat de led L3 gaat branden die het actuele niveau van de te wijzigen "Pauzetijd" vertegenwoordigt;
05. Druk 2 maal op toets ▼ om de brandende led naar L5 te verplaatsen, die de nieuwe waarde voor "Pauzetijd" vertegenwoordigt;
06. Laat de toets Set weer los;
07. Druk 2 maal op toets ▼ om de knipperende led naar L3 te verplaatsen;
08. Houd toets Set ingedrukt totdat punt 10 is afgewerkt;
09. Wacht circa 3 seconden totdat de led L4 gaat branden die het actuele niveau van de te wijzigen "Motorsnelheid"
vertegenwoordigt;
10. Druk 2 maal op toets ▼ om de brandende led naar L6 te verplaatsen, die de nieuwe waarde voor "Motorsnelheid"
vertegenwoordigt;
11. Laat de toets "Set" los;
12. Wacht 10 seconden (maximumtijd) om de programmering af te sluiten.
WAT TE DOEN ALS...
7
(leidraad bij het oplossen van de problemen)
Hieronder vindt u een overzicht van eventuele storingen die zich kunnen voor-
doen gedurende de installatie of de werking, en de mogelijke oplossingen:
• De radiozender stuurt de barrière niet aan en de led op de zender gaat
niet branden: controleer of de batterijen van de zender leeg zijn en vervang ze
eventueel.
• De radiozender stuurt de barrière niet aan, maar de led op de zender
gaat branden: controleer of de zender correct in het geheugen van de radio-
ontvanger is opgeslagen. Controleer bovendien of de zender het radiosignaal
correct uitzendt, door de volgende empirische test uit te voeren: druk op een
willekeurige toets van de zender en plaats de led ervan op de antenne van een
gewone, ingeschakeld radio en stem af op de FM band op de frequentie 108,5
Mhz of de de frequentie die hier het dichtst bij ligt; op deze manier behoort u
een zacht geluid met pulserend gekraak te horen.
• Bij het versturen van een instructie wordt geen enkele manoeuvre uitge-
voerd en de led OK knippert niet: controleer of de barrière gevoed wordt met
230 V netspanning. Controleer bovendien of de zekeringen F1 en F2 niet
onderbroken zijn; in dit geval dient u na te gaan wat de oorzaak hiervan is en de
zekeringen te vervangen door andere exemplaren met dezelfde kenmerken, zie
afb. 50.
10 – Nederlands
• Bij het versturen van een instructie wordt geen enkele manoeuvre uitge-
voerd en het knipperlicht is uit: controleer of de instructie daadwerkelijk ont-
vangen wordt; als de instructie binnenkomt op de ingang PP, zal de led OK
tweemaal knipperen om te signaleren dat de instructie ontvangen is.
• De manoeuvre gaat niet van start en het knipperlicht knippert een aantal
malen: tel hoe vaak het knipperlicht knippert en zoek de betekenis hiervan op
in Tabel 9 van hoofdstuk 8.
• De manoeuvre wordt uitgevoerd maar korte tijd erna blokkeert de slag-
boom en voert een korte omkering uit: mogelijk is de waarde van de gese-
lecteerde kracht te laag ingesteld om de slagboom te kunnen bewegen. Con-
troleer of de slagboom goed uitgebalanceerd is, stel eventueel een hogere
waarde in voor de kracht.
SET
3 s
SET
L1
SET
L1
L3
SET
L3
10 s
3 s
SET
SET
L1
SET
L3
3 s
L3
SET
L3
SET
L4
3 s
L3
SET
10 s