(zie hoofdstuk 6 - Tabel 6).
Voor het prepareren van de elektriciteitskabels die nodig zijn voor uw installatie
TABEL 3 - Technische gegevens van de elektriciteitskabels (afb.1)
Aansluiting
A: Netvoedingskabel
B: Kabel voor BlueBus inrichtingen
C: LICHTEN SLAGBOOM
D: Kabel SLEUTELSCHAKELAAR
E: ingebouwd KNIPPERLICHT
OPTIONEEL KNIPPERLICHT:
Kabel KNIPPERLICHT met antenne
BELANGRIJK – Om deze aansluiting tot stand te brengen, is het noodzakelijk de programmering van de uitgang FLASH te wijzigen (zie paragra-
af 6.2 - Tabel 7)
Opmerking 1 – Als de voedingskabel langer dan 30 m is, dient een kabel met grotere doorsnede te worden gebruikt (3 x 2,5 mm
de nabijheid van de automatisering een veiligheidsaarding te installeren.
Opmerking 2 – Indien in plaats van de schakelaar een lezer voor trasponder kaarten MOMB of digitaal toetsenbord MOTB wordt gebruikt, dan kan volstaan
worden met een kabel met 2 geleiders (2 x 0,5 mm
LET OP! – De gebruikte kabels moeten geschikt zijn voor het type omgeving waar de automatisering geïnstalleerd wordt.
3.4 - Bevestiging van de barrière
3.4.1 - Als er een bestaand installatie-oppervlak aanwezig is
[] Het installatie-oppervlak moet perfect recht en glad zijn. Als het oppervlak
van cement is, dient dit een dikte van tenminste 0,15 m te hebben en op ade-
quate wijze te zijn verstevigd met ijzeren kooien. Het cementvolume moet gro-
ter zijn dan 0,2 m
3
(een dikte van 0,25 m komt overeen met 0,8 m2; d.w.z. gelijk
aan een vierkante basis van ongeveer 0,9 m per zijde).
De bevestiging op het cement kan gebeuren met de 4 expansieverankeringen,
voorzien van 12 MA schroeven, die bestand zijn tegen een trekbelasting van
tenminste 400 kg. Als het installatie-oppervlak van een ander materiaal is, dient
de consistentie ervan te worden beoordeeld en dient u na te gaan of de 4 ver-
ankeringspunten bestand zijn tegen een belasting van tenminste 1000 kg.
Gebruik voor de bevestiging 12 MA schroeven.
Ga als volgt te werk:
01. Open de kast van de barrière (afb. 4);
02. Plaats de barrière op het installatie-oppervlak en teken de punten af waar
de sleuven zullen worden bevestigd (afb. 9);
03. Verplaats de barrière en boor gaten op de afgetekende punten; installeer ver-
volgens 4 expansieverankeringen, deze worden niet bijgeleverd (afb. 10);
04. Plaats de barrière in de juiste positie en zet hem vast met de hiervoor
bestemde moeren en ringen, deze worden niet bijgeleverd (afb. 11 - A, B).
3.4.2 - Als er geen bestaand installatie-oppervlak aanwezig is
01. Graaf een gat voor de funderingsplaat (optioneel accessoire). Zie voor de
afmetingen van het funderingsgat de aanwijzingen onder punt [ ] van
paragraaf 3.4.1.
02. Leg de goten voor het doorvoeren van de elektriciteitskabels;
03. Bevestig de 4 ankers op de funderingsplaat en plaats op elk ervan een
moer aan de bovenkant en een moer aan de onderkant van de plaat. Let
op – De onderste moer moet worden vastgeschroefd tot aan het einde van
het schroefdraadgedeelte;
04. Giet het cement en plaats, voordat het cement hard begint te worden, de
funderingsplaat die zodanig gepositioneerd is dat hij op één lijn licht met
het oppervlakte, parallel aan de slagboom en perfect waterpas (afb. 12).
Wacht tot het cement helemaal is uitgehard, dit duurt over het algemeen
minstens 2 weken;
05. Verwijder de 4 bovenste moeren van de ankers;
06. Open de kast van de barrière (afb. 4);
07. Plaats de barrière in de juiste positie en zet hem vast met de hiervoor
bestemde moeren en ringen die bij de funderingsplaat worden geleverd en
die verwijderd werden bij punt 04 (afb. 13 - A, B).
3.5 - Installatie slagboom
3.5.1 - Assemblage van de steun voor de slagboom
01. Steek de 2 stiften in de hiervoor bestemde zittingen op de uitgaande moto-
ras (afb. 14 - fase A en B);
02. Plaats de steun op de uitgaande motoras en zet hem in de stand van de
"verticale slagboom" en zet hem vast met de hiervoor bestemde schroe-
ven en open ringen; schroef met kracht vast (afb. 15 - fase A en B);
03. Plaats het deksel van de slagboom zet het gedeeltelijk vast met de 4 bijge-
leverde schroeven (afb. 16 - fase A en B).
3.5.2 - Assemblage van de slagboom
01. Monteer de twee verbindingsstukken (afb. 17); ieder verbindingsstuk
bestaat uit 2 halve schalen en 8 zelfborgende schroeven;
02. Installeer een verbindingsstuk in het eerste aluminiumprofiel (afb. 18 -
gebruik een rubberen hamer om de installatie te vergemakkelijken);
03. Installeer de draagbeugels van het verbindingsstuk in beide zijden van de sleu-
ven van het profiel (afb. 19 - fase A, B, C, D) en controleer op de beugels in de
juiste richting staan (gebruik een hamer om de installatie te vergemakkelijken);
04. Herhaal de procedure vanaf punt 01 om de overige aluminiumprofielen te
monteren;
05. Zorg ervoor dat de gaten in de draagbeugels van het verbindingsstuk
samenvallen met de gaten in de profielen;
4 – Nederlands
raadpleegt u afb. 1 en "Tabel 3 - Technische gegevens van de elektriciteits-
kabels".
Kabeltype
kabel 3 x 1,5 mm
kabel 2 x 0,5 mm
kabels 4 x 0,25 mm
kabel 2 x 0,5 mm
afgeschermde kabel type RG58
).
2
06. Blokkeer de beugels met de bijgeleverde schroeven op elk van de verbin-
07. Smeer de aluminium geleiders aan beide zijde licht in met olie (afb. 21).
08. Voer dit punt voor beide zijden van de slagboom uit: installeer het eerste
09. Plaats de dop van de slagboom (afb. 23):
10. Installeer aan het tegenoverliggende uiteinde de steunplaatjes van de slag-
11 Schuif de complete slagboom in de draagschaal tot hij aan de stop zit en
3.6 - Handmatig ontgrendelen en vergrendelen van de
De handmatige ontgrendeling kan aan beide zijden van de barrière
gebeuren, zoals te zien is op afb. 25:
01. Draai aan het deksel dat de sleutel afdekt;
02. Steek de bijgeleverde sleutel erin en draai de sleutel 180° zowel rechtsom
03. Om de reductiemotor te blokkeren, de sleutel nog 180° verder draaien in
3.7 - Instelling van de mechanische eindstops
01. Ontgrendel de reductiemotor met de hand (zie paragraaf 3.6);
02. Laat de slagboom handmatig een complete openings- en sluitmanoeuvre
03. Stel vervolgens met de schroeven van de mechanische eindstops (afb. 26 e
04. Span de moeren goed aan.
3.8 - Balancering van de slagboom
De balancering van de slagboom dient om een beter evenwicht te verkrijgen
tussen twee factoren: het gewicht van de slagboom en van de eventuele
accessoires en de tegenkracht die wordt uitgeoefend door de balansveer.
Deze veer verzekert op autonome wijze de balancering van de slagboom in het
geval deze de neiging vertoont om omhoog of omlaag te gaan, dient u te werk
te gaan zoals hieronder beschreven
01. Ontgrendel de reductiemotor met de hand (zie paragraaf 3.6);
02. Zet de slagboom met de hand ongeveer halverwege zijn traject (45°) en
03. Herhaal punt 02 waarbij u de slagboom nu op ongeveer 20° en op onge-
04. - Als de slagboom niet correct gebalanceerd is dient u hem in de stand
Toegestane maximumlengte
2
30 m (opmerkin 1)
2
30 m
2
30 m (opmerkin 2)
2
30 m
20 m (aanbevolen lengte minder dan 5 m)
dingsstukken (afb. 20);
stuk stootrubber in de sleuf, en duw het tot aan het einde van de slag-
boom; installeer vervolgens het verbindingsstuk voor het stootrubber (afb.
22) en doe hetzelfde met de andere stukken;
A) het bovenste stootrubber moet tenminste 2 cm naar binnen steken; het
onderste stootrubber moet 1 cm uitsteken;
B) installeer de dop van de slagboom;
C) blokkeer de dop met de hiervoor bestemde schroef;
D) duw het bovenste stootrubber naar de dop toe totdat dit voor 1 cm in
de dop zit;
boom (afb. 24);
schroef de 4 eerder gemonteerde schroeven van de steun met kracht vast.
reductiemotor
als linksom;
een willekeurige richting.
uitvoeren;
27) de lineariteit van de slagboom in zowel horizontale als verticale richting af;
laat hem stilstaan. Controleer vervolgens of de slagboom in deze stand stil
blijft staan. Als de slagboom ertoe neigt om omhoog te gaan, dient u de
spanning van de veer te reduceren, als de slagboom ertoe neigt om te
dalen, dient u de spanning van de veer te verhogen. Zie voor het wijzigen
van de spanning van de veer punt 04;
veer 70° zet. Als de slagboom stil blijft staan in deze standen, betekent dit
dat de balancering correct is; een lichte onbalans is toegestaan maar de
slagboom mag nooit sterk omhoog of omlaag bewegen.
De onbalanswaarde is acceptabel wanneer de kracht die nodig is om de
slagboom te meten (loodrecht op de slagboom gemeten en op 1 m van de
draaias) in de openingsstand, sluitstand en in alle andere standen de helft
van de maximale koppelwaarde niet overschrijdt (voor dit product onge-
veer 5 kg op 1 m).
voor maximale opening te brengen.
- Maak de balansveer los van zijn zitting (afb. 28) en verplaats het veranke-
2
) en is het noodzakelijk in