C
Gebruik van het toestel
Telkens de instelling van de thermostaat
gewijzigd wordt, dient u te wachten tot de
temperatuur in het toestel stabiel is alvorens
de instelling, indien nodig, opnieuw te
wijzigen. Wijzig de stand van de thermostaat
uitsluitend trapsgewijs en wacht minstens
12u alvorens de temperatuur opnieuw te
controleren.
OPMERKING: wanneer u net
verse voedingsmiddelen in
het toestel geplaatst hebt of
wanneer de deur meermaals
of
langdurig
werd, is het normaal dat
de temperatuurindicatie de
melding 'OK' niet weergeeft. Wacht minstens
12u alvorens de thermostaat opnieuw af te
stellen.
Gebruik
Inbedrijfstelling
Zodra het toestel correct geïnstalleerd is,
raden wij u aan de binnenzijde te reinigen
met lauw water en een beetje afwasmiddel.
Maak geen gebruik van bijtende middelen of
schuurpoeder, aangezien die de afwerking
zouden kunnen beschadigen.
Gebruik
Huishoudelijke koelkasten zijn uitsluitend
bestemd voor de bewaring van verse
voedingsmiddelen en drank, alsook voor
de korte bewaring van diepgevroren
producten.
Voedselveiligheid
De stijgende populariteit van kant-en-
k l a re m a a l t i j d e n e n a n d e re f ra g i e le
voedingsmiddelen vereist een betere controle
over de transport- en bewaartemperatuur
van de voedingsmiddelen:
28
NL
geopend
• Plaats de meest fragiele voedingsmiddelen
in de koudste zone van het toestel in
overeenstemming met de aanwijzingen
i n d e z e h a n d l e i d i n g ( h o o f d s t u k
'Temperatuurindicatie').
• Open de deur niet te vaak.
• Stel de thermostaat zodanig in dat
de temperatuur daalt. Die afstelling
dient trapsgewijs te verlopen, zodat de
voedingsmiddelen niet bevroren raken.
• Reinig de binnenzijde van de koelkast
regelmatig.
Temperatuurregeling
De binnentemperatuur wordt geregeld
door de thermostaat, die bediend wordt
door de knop aan de buitenzijde van het
toestel (nummer
Stand 5 komt overeen met de koudste
temperatuur. De bekomen temperatuur
in het toestel kan variëren naargelang
de gebruiksomstandigheden: locatie,
omgevingstemperatuur, openingsfrequentie
v a n d e d e u r, h o e v e e l h e i d b e w a a rd e
voedingsmiddelen... De instelling kan
gewijzigd worden in functie van deze
omstandigheden. In het algemeen kan er
een gepaste temperatuur bekomen worden
op de gematigde stand 3. Met behulp van
de schakelaar kunt u de temperatuur laten
dalen of stijgen.
Om de koelkast uit te schakelen om ze te
laten ontdooiien (zonder de stekker uit
het stopcontact te trekken), draait u de
schakelaar naar links in de stand 0. U zal
dan een klik horen.
Bewaring van de voedingsmiddelen
Uw voedingsmiddelen zullen beter bewaard
worden wanneer u ze in de gepaste koelzone
plaatst.
D e
k o u d s t e
ko e l k a stco m p a r t i m e n t b ev i n d t z i c h
o n d e r a a n h e t t o e s t e l , b o v e n d e
4
op de afbeelding).
z o n e
v a n
h e t