BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
Bescherm volledig het lasgebied, brandbare stoffen moeten minimaal op 11 meter afstand geplaatst
worden.
Een brandblus installatie moet aanwezig zijn in de buurt van laswerkzaamheden.
Pas op voor projectie van hete onderdelen of vonken, zelfs door kieren.
Deze kunnen brand of explosies veroorzaken.
Houd personen, ontvlambare objecten en containers onder druk op veilige en voldoende afstand.
Het lassen in containers of gesloten buizen moet worden vermeden, en als ze open zijn dan moeten ze ontdaan worden
van ieder ontvlambaar product (olie, brandstof, gas residuen....).
Slijpwerkzaamheden mogen niet worden gericht naar het apparaat of naar brandbare materialen.
GASFLESSEN
Het gas dat uit de gasflessen komt kan, in geval van te hoge concentratie in de lasruimte, verstikking
veroorzaken (goed ventileren).
Vervoer moet veilig worden gedaan: de flessen goed dicht en het lasapparaat uit. Deze moeten verticaal
bewaard worden en door een ondersteuning rechtop gehouden worden, om te voorkomen dat ze
omvallen.
De gasflessen moeten worden opgeslagen in een open of goed geventileerde ruimte. Ze moeten in verticale positie
gehouden worden, in een houder of op een trolley.
Sluit de fles na ieder gebruik. Let op de temperatuur veranderingen en blootstelling aan zonlicht.
De fles mag niet in contact komen met een vlam, een elektrische boog, een toorts, een aardingsklem of ieder andere
warmtebron of gloeiend voorwerp.
Uit de buurt houden van elektrische leidingen en lasinstallaties, en nooit een fles onder druk lassen.
Voorzichtig bij het openen van het ventiel van de fles, houd uw hoofd ver verwijderd van het ventiel en controleer of het
gas geschikt is om mee te lassen.
ELEKTRISCHE VEILIGHEID
Het elektrische netwerk dat gebruikt wordt moet altijd geaard zijn. Gebruik het op de veiligheidstabel
aanbevolen type zekering.
Een elektrische schok kan, direct of indirect, ernstige en zelfs dodelijke ongelukken veroorzaken.
Raak nooit delen aan de binnen- of buitenkant van de machine aan (toortsen, klemmen, kabels, elektroden...) die onder
spanning staan wanneer de machine aanstaat. Deze delen zijn aangesloten op het lascircuit.
Koppel het apparaat, voor het te openen, van het spanningsnet af en wacht 2 minuten, totdat alle condensators
ontladen zijn.
Raak nooit tegelijkertijd de toorts of de elektrodehouder en de massaklem aan.
Zorg ervoor, als de kabels of toortsen beschadigd zijn, dat ze vervangen worden door gekwalificeerde personen.
De afmeting van de accessoires moet passend zijn.
Gebruik altijd droge, in goede staat verkerende kleren om uzelf van het lascircuit te isoleren. Draag isolerend schoeisel,
waar u ook werkt.
EMC CLASSIFICATIE VAN HET MATERIAAL
Dit Klasse A materiaal is niet geschikt voor gebruik in woonwijken, waar de stroom wordt voorzien door
een openbare laagspanningsnet. Het is mogelijk dat er problemen ontstaan met de elektromagnetische
compatibiliteit in deze werkomgevingen, vanwege storingen of radiofrequente straling.
Deze apparatuur voldoet aan IEC 61000-3-12.
ELEKTROMAGNETISCHE EMISSIES
Elektrische stroom die door een geleider gaat veroorzaakt elektrische en magnetische velden. Lassers
zouden de volgende adviezen op moeten volgen om de blootstelling aan elektro-magnetische straling
van het lascircuit tot een minimum te beperken:
De elektromagnetische velden kunnen de werking van sommige medische implantaten, bijvoorbeeld
pacemakers,verstoren. Deze veiligheidsmaatregelen moeten in acht worden genomen voor mensen
met medische implantaten. Bijvoorbeeld : toegangsbeperking voor voorbijgangers of een individuele
risico-evaluatie voor de lassers.
38
200E FV CEL
NL