Chicco GO ONE Manual Del Usuario página 42

Ocultar thumbs Ver también para GO ONE:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 30
S. Etiket met installatie-instructies
T Gleuf voor dwarsdeel autoriem
BEPERKINGEN EN GEBRUIKSVEREISTEN BE-
TREFFENDE HET ARTIKEL EN DE AUTOZIT-
TING
LET OP! Neem de volgende beperkingen en
gebruiksvereisten betreffende het artikel en de
autozitting nauwgezet in acht: anders is de veilig-
heid niet verzekerd.
Het kind moet tussen de 9 en de 18 kg wegen.
Het autostoeltje kan voorin op de passagiers-
zitting worden aangebracht, of op één van de
achterzittingen en moet altijd in de rijrichting
worden geplaatst. Gebruik dit autostoeltje
nooit op zittingen die zijdelings staan of tegen
de rijrichting in (Fig. 4).
De autozitting dient uitgerust te zijn met een
vaste of oprolbare driepuntsgordel, die goed-
gekeurd is volgens de Voorschriften UNI/ECE
N°16 of andere gelijkwaardige standaarden
(Fig. 5).
LET OP! Volgens de statistieken over ongelukken
is de achterbank van het voertuig veiliger dan
de voorzittingen: daarom wordt aangeraden het
autostoeltje op de achterbank te installeren. De
veiligste zitting is de middelste achterzitting, als
deze is uitgerust met een driepuntsgordel: in dit
geval wordt aangeraden het autostoeltje op de
middelste achterzitting te plaatsen.
Als het autostoeltje op de voorzitting wordt ge-
plaatst, wordt voor een grotere veiligheid aange-
raden de zitting zover mogelijk naar achteren te
zetten, voor zover de aanwezigheid van andere
passagiers op de achterbank dit toelaat, en de
rugleuning zo verticaal mogelijk te zetten. Als de
auto uitgerust is met een hoogteregelaar voor
de gordel, bevestigt u deze op de laagste stand.
Controleer vervolgens dat de gordelregelaar ten
opzichte van de rugleuning van de autozitting
naar achteren staat (of er hooguit op één lijn mee
staat).
Als de voorzitting is uitgerust met een frontale
airbag wordt afgeraden het autostoeltje op deze
zitting aan te brengen. Bij installatie op een zitting
die beschermd is door een airbag dient u altijd de
handleiding van de auto te raadplegen.
LET OP! Installeer het autostoeltje nooit op een
zitting uitgerust met alleen de horizontale twee-
puntsgordel (Fig. 6).
Verzeker u ervan dat de gesp van de drie-
puntsgordel van de auto niet te hoog zit (fig.
10). Indien dit toch het geval is, installeer het
autostoeltje dan op een andere zitting van de
auto.
HET AUTOSTOELTJE IN DE AUTO INSTALLE-
REN
LET OP! LAAT DE AUTOGORDELS NOOIT OP AN-
DERE PLAATSEN LOPEN DAN DIE IN DEZE GE-
BRUIKSAANWIJZING WORDEN AANGEDUID: AN-
DERS KAN DE VEILIGHEID VAN HET KIND IN HET
GEDRANG KOMEN!
De passages van de gordels zijn met rode tekens
op het autostoeltje aangegeven.
LET OP! Deze instructies hebben, zowel in de tekst
als op de tekeningen, betrekking op de installatie
van het autostoeltje op de rechter achterzitting.
Verricht dezelfde handelingen voor installaties op
andere plaatsen.
1. Plaats het autostoeltje op de gekozen zitting.
LET OP! Controleer dat er zich geen voorwer-
pen tussen het autostoeltje en de zitting of
het autostoeltje en het portier bevinden.
2. Hel de rugleuning van het autostoeltje hele-
maal naar achteren door de hendel (O) onder
de zitting naar u toe te trekken (Fig. 7).
3. Trek aan de veiligheidsgordel van de auto en
laat hem door de ruimte tussen de rugleuning
en de basis van het autostoeltje heen lopen
(Fig. 8).
4. Laat het buikgedeelte van de driepuntsgordel
van de auto door de speciale geleidingen voor
de gordels (Fig. 9) heen lopen.
5. Trek hem er aan de andere kant van het auto-
stoeltje uit en zet hem in de gesp van de zit-
ting vast (Fig. 10).
6. Open de blokkeerklem (R) die zich aan de-
zelfde kant bevindt als de gesp van de zitting,
door op de hendel ervan (Fig. 11) te drukken.
7. Doe het schuine gedeelte van de autogordel
in de klem en plaats hem precies zoals wordt
getoond in Fig. 12. Laat de hendel van de klem
(R) los, zodat die automatisch weer op de blok-
keerstand komt.
8. Trek hard aan het schuine gedeelte van de au-
togordel en laat het autostoeltje goed op de
zitting (Fig. 13) aansluiten. Ga indien nodig met
een knie op het autostoeltje zitten.
9. Haal de bovenkant van de dwarsriem door
gleuf T, precies volgens de aanwijzingen van
afb. 14.
10. Trek de riem stevig in de richting aangegeven
in afb. 14 zodat ook het laatste deel van de
riem goed strakzit.
11. Controleer dat de installatie goed is verricht
(Fig. 15).
WAARSCHUWINGEN OM HET AUTOSTOELTJE
GOED TE INSTALLEREN
LET OP! Om de veiligheid niet in gevaar te bren-
gen, controleert u na de installatie ALTIJD of:
42

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido