4.
Ga voorzichtig te werk als u sterk aangetaste bloedvaten tegenkomt. In die
gevallen kan een aderruptuur optreden of kan de ballon defect raken door sterk
verkalkte plaques.
5.
Er dient zorgvuldig te werk te worden gegaan wanneer de occlusie een
hogedruksituatie veroorzaakt, bijvoorbeeld in de aorta ascendens, die de ballon
kan beschadigen of er voor kan zorgen dat occlusie van het bloedvat moeilijk kan
worden bereikt en gehandhaafd.
6.
Laat de ballon leeglopen voordat u de katheter inbrengt of verwijderd. Oefen
geen overmatige kracht uit om de katheter tegen weerstand in op te voeren of
terug te trekken.
7.
Houd rekening met de mogelijkheid van een gescheurde of defecte ballon als u
de risico's van een ballonkatheterisatie inventariseert.
Voorzorgsmaatregelen
1.
Inspecteer vóór gebruik het product en de verpakking en gebruik de katheter
niet bij tekenen van beschadiging van de verpakking of de katheter.
2.
Vermijdt langdurige overmatige blootstelling aan tl-licht, warmte, zonlicht
of chemische dampen om degradatie van de ballon te minimaliseren. Door
overmatige manipulatie tijdens het inbrengen of ten gevolge van plaque en
andere afzettingsvormen in het bloedvat kan de ballon schade oplopen en
neemt de kans op scheuren van de ballon toe.
3.
Controleer de aansluitingen tussen alle spuiten en aansluitpunten om te
voorkomen dat er lucht in kan komen.
4.
Pak de ballon nooit met instrumenten vast, dit zou de latex kunnen beschadigen.
5.
Niet blootstellen aan organische oplosmiddelen (bijvoorbeeld alcohol).
6.
Excessieve verkalking van de plek van de reconstructie kan de prestaties nadelig
beïnvloeden.
7.
Het wordt afgeraden een zeer viskeuze of deeltjes bevattende contrastvloeistof
te gebruiken voor het opblazen van de ballon omdat het inflatielumen daardoor
verstopt kan raken.
Bijwerkingen
Zoals bij alle katheterisatie- en chirurgieprocedures het geval is, zijn complicaties niet uit
te sluiten. Dit kunnen onder meer zijn:
• infectie
• lokale hematomen
• intimale verstoring
• aderdissectie
• perforatie en ruptuur van vaatwand
• bloedingen
• arteriële trombose
• distale embolieën of bloedstolsels of arteriosclerotische plaques
• luchtembolie
• aneurysma's
• arteriële spasmen
• vorming van arterioveneuze fistulae
• scheuren van de ballon
• losraken van de punt met fragmentatie en distale embolisatie
• nierinsufficiëntie
• paraplegie
Gebruiksaanwijzing
Voorbereiding
1.
Zuig de ballon volledig leeg voorafgaand aan het opblazen met steriele
zoutoplossing tot het aanbevolen opblaasvolume van de ballon (zie
specificatietabel).
2.
Blaas de ballon op met steriele zoutoplossing en inspecteer op lekkage.
Gebruik het product niet als er tekenen van lekkage zijn of als de ballon niet