Afb. 4
E-Bus van de
centrale
T-
T+
Afb. 5a
A-
A+
bijv. : WMA 11
Afb. 5b
AE-
AE+
T-
T+
NC
T
WAC 12
WAC / WAS 11
Afb. 5c
AE+
AE-
WAC 12
Afb. 5d
E-Bus naar andere
accessoires
B1-
B2 B3 B4+
Audio naar
andere WAC 12
A+
A-
WAC 12
T
A- A+
T
T
A- A+
WAS 11
A-
A+
A+
A-
WAC 11
WAC 11
3.4. Montage (afb. 4)
- De behuizing kan vlak of op 45
- Gebruik altijd de twee bevestigingspunten die boven elkaar
liggen, ook voor montage in een hoek.
4. Bedrading
4.1. E-bus (afb. 5a)
Het wordt aanbevolen een kabel van het type IYSTY 2 x 2 x
Ø 0,6 mm te gebruiken. De totale lengte van de E-bus kabel
mag de 500 m niet overschrijden. De WAC 12 moet via de E-bus
(B1-, B2, B3, B4+) op de centrale worden aangesloten. Ze kan
parallel naar andere accessoires worden geleid.
4.2. Sabotage (afb. 5a)
De sabotage-ingangen T- en T+ moeten worden kortgesloten,
als ze niet verbonden zijn met een WAC 11 of WAS 11.
4.3 Audio (afb. 5b)
Om bijgeluiden te vermijden moet u een gevlochten aderpaar van
ten minste Ø 0,6 mm gebruiken. De audio-aansluiting naar de
centrale mag niet langer dan 200 m zijn. Het audiovermogen is
afhankelijk van de lengte van de kabel en de doorsnede van de ader.
De audio-aansluiting (A- en A+) van de WAC 12 moet worden
aangesloten op de audio-ingang (A- and A+) van de centrale
(bijv. WMA 11).
4.3.1 WAC 11 en WAS 11 (afb. 5c)
De audio-uitgangen (A- en A+) van de WAC 11 en WAS 11
worden parallel aangesloten op de audio-ingangen (AE- en
AE+) van de WAC 12. Gevlochten aders gebruiken! De sabotage-
uitgangen van de WAC 11 en WAS 11 worden in serie op de
sabotage-ingangen (T- and T+) van de WAC 12 aangesloten.
Indien meerdere WAC11 gebruikt worden, moeten alle WAC11
rechtstreeks op de WAC 12 worden aangesloten om een
maximale kwaliteit te bekomen (afb. 5d).
5. Inbedrijfstelling
5.1 . Gevoeligheid van de microfoon
De gevoeligheid van de microfoon moet worden afgestemd op
de ruimte en geluiden in de omgeving (potentiometer U, afb. 3).
Bij reducering van de gevoeligheid neemt de ontvangst van
zwakke signalen natuurlijk af. Voor de reikwijdte geldt in het
algemeen het volgende:
- Ca. 3,5 m met potentiometer op min.
- Ca. 6,5 m met potentiometer in het midden.
- Ca. 8,5 m met potentiometer op max.
5.2. Luidspreker
Het gewenste volume instellen met de potentiometer (Y, afb. 3).
5.3. LED "Microfoon actief"
- Schakelaar (E, afb. 3) open: LED actief.
- Schakelaar (E, afb. 3) gesloten: LED inactief.
6. Behuizing sluiten
1 - Deksel aan de bovenkant in de openingen van de basis van
de behuizing schuiven.
2 - Het deksel sluiten en duwen totdat de vergrendeling dichtklikt.
7. Technische gegevens
Voeding
Stroomverbruik in ruststand
Stroomverbruik in "Challenge"-stand
Operationele temperatuur
Materiaal behuizing
Afmetingen in mm
Beveiligingsklasse
Gewicht
Technische wijzigingen van de beschreven apparatuur ook zonder voorafgaande
aankondiging voorbehouden.
o
worden gemonteerd.
door E-bus
6 mA
38 mA
-10°C tot +55°C
ABS
H 145 x B 105 x D 70
IP 30
240 g