• Center (C) – Selecteer LARGE als uw
middenluidspreker de basfrequenties
effectief weergeeft of selecteer SMALL om
de basfrequenties naar de andere
luidsprekers of naar de subwoofer te
sturen. Wanneer u geen
middenluidspreker hebt aangesloten, kiest
u NO (het geluid van het middenkanaal
wordt naar de overige luidsprekers
verzonden).
• Surround (S) – Selecteer LARGE als uw
zijluidsprekers lage tonen goed kunnen
reproduceren. Selecteer SMALL om de
basfrequenties naar de andere
luidsprekers of naar de subwoofer te
sturen. Wanneer u geen
surroundluidsprekers hebt aangesloten,
kiest u NO (het geluid van de
surroundkanalen wordt naar de overige
luidsprekers verzonden).
• Subwoofer (SW) – LFE-signalen en
basfrequenties van kanalen die ingesteld
zijn op SMALL worden via de subwoofer
weergegeven wanneer YES geselecteerd
1
is.
Kies de instelling PLUS als u wilt dat de
subwoofer continu basgeluid weergeeft of
als u diepere bassen wenst (de
basfrequenties die normaal gezien naar de
voor- en middenluidsprekers gaan, worden
dan ook omgeleid naar de subwoofer). Als
u geen subwoofer heeft aangesloten, kiest
u NO (de basfrequenties worden dan
weergegeven door de andere luidsprekers).
De drempelfrequentie
• Standaardinstelling: 100Hz
Deze instelling bepaalt de
scheidingsfrequentie tussen de lage tonen
weergegeven door de luidsprekers die zijn
ingesteld op LARGE, of de subwoofer, en de
lage tonen weergegeven door de luidsprekers
die zijn ingesteld op SMALL.
Opmerking
1 Wanneer u geen goede basresultaten krijgt, luistert u naar de basresponse met de subwoofer ingesteld op PLUS en YES of de
voorluidsprekers afwisselend ingesteld op LARGE en SMALL en beoordeelt u zelf op uw gehoor wat het beste klinkt. De
eenvoudigste oplossing in geval van problemen is dat u alle basgeluiden naar de subwoofer leidt door de voorluidsprekers in
te stellen op SMALL.
2 Zie De luidsprekers instellen op bladzijde 33 voor meer informatie over het kiezen van de luidsprekerformaten.
3 Nadat het volume toeneemt tot het referentieniveau, worden testtonen weergegeven.
4 • Als u een Sound Pressure Level (SPL) meter gebruikt, verricht u de metingen vanaf de hoofdluisterpositie en stelt u het niveau
van elke luidspreker in op 75 dB SPL (C-gewogen/langzame uitlezing).
• De testtoon uit de subwoofer wordt met een laag volume weergegeven. Mogelijk moet u het niveau bijregelen wanneer u uw
systeem uitprobeert met een echte geluidsopname.
• U kunt de kanaalniveaus op elk gewenst moment veranderen door eerst op
handelingen uit te voeren: CH SELECT en LEV +/– op de afstandsbediening. U kunt ook de kanaalniveaus wijzigen door eerst
te drukken en vervolgens op TEST TONE. Gebruik in dat geval de toetsen / om het kanaal te selecteren en
op
RECEIVER
gebruik de toetsen / om het niveau aan te passen.
34
Nl
2
Zij legt eveneens
de scheidingsfrequentie vast voor de lage
tonen in het LFE-kanaal.
1
Selecteer 'X.OVER' in het menu SP SETUP.
Kies de drempelfrequentie met /.
2
Frequenties onder de scheidingsfrequentie
worden naar de subwoofer (of luidsprekers met
de instelling LARGE) gestuurd.
Kanaalniveaus
Met behulp van deze instellingen kunt u de
algemene balans van uw luidsprekersysteem
instellen.
1
Selecteer CH LEVEL in het menu SP SETUP.
Selecteer een optie met /.
2
• T. TONE M – Ga handmatig met de
testtoon van luidspreker naar luidspreker
en pas de individuele kanaalniveaus aan.
• T. TONE A – Pas de kanaalniveaus aan
terwijl de testtoon automatisch van
luidspreker naar luidspreker gaat.
3
Bevestig uw gekozen insteloptie.
De weergave van de testtonen begint nadat u
op ENTER heeft gedrukt.
4
Stel het niveau van elk kanaal af met
behulp van /.
Als u handmatig had gekozen T. TONE M, dan
gaat u met / van luidspreker naar
luidspreker.
De instelling T. TONE A geeft testtonen weer in
de onderstaande volgorde (afhankelijk van de
luidsprekerinstellingen):
L C R SR SL SW
Pas het niveau van elke luidspreker aan
wanneer de testtoon wordt weergegeven.
te drukken en vervolgens de volgende
RECEIVER
3
4