7.9 Brandstof en motorolie
Vul motorolie bij voordat u het
apparaat voor de eerste keer start
(
zie gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor).
Motorolie
Gegevens over de te gebruiken motorolie
en de vulhoeveelheid olie vindt u in de
gebruiksaanwijzing onder het punt van de
verbrandingsmotor. Controleer de inhoud
regelmatig (
zie gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor). Zorg ervoor dat de
olie niet onder of boven het juiste peil komt
te staan.
Brandstof
Advies:
verse merkbrandstoffen, loodvrije benzine
(
zie gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor). Gebruik voor het
tanken een trechter (wordt niet
meegeleverd). Neem de waarschuwingen
in het hoofdstuk "Voor uw veiligheid" in
acht. (
4.)
8. Aanwijzingen voor werken
Gevaar voor letsel!
Neem de
veiligheidswaarschuwingen in het
hoofdstuk ¨Voor uw veiligheid¨ in
acht. (
4.)
De tuinhakselaar mag maar door
één persoon worden gevuld.
0478 216 9901 D - NL
All manuals and user guides at all-guides.com
8.1 Werkgebied van de gebruiker
12
● De gebruiker dient zich tijdens de
totale duur van de
werkzaamheden (wanneer de
elektromotor ingeschakeld is of de
verbrandingsmotor draait) uit
veiligheidsoverwegingen altijd in het
werkgebied (grijs vlak X) op te houden,
in het bijzonder om te voorkomen dat hij
door teruggeworpen materiaal gewond
raakt.
8.2 Welk materiaal kan worden
verwerkt?
De tuinhakselaar kan
snoeihout van bomen- of
heggen, en takken met veel of
weinig vertakkingen
verwerken.
Snoeihout van bomen en heggen moet
onmiddellijk vers verwerkt worden, omdat
zo het snijresultaat beter is dan bij
uitgedroogd en nat materiaal.
8.3 Welk materiaal kan niet worden
verwerkt?
Stenen, glas, metaal (draad,
spijkers ...) of kunststof
mogen niet in de
tuinhakselaar komen.
Hoofdregel:
materialen die niet op de compost horen,
mogen ook niet met de tuinhakselaar
worden verwerkt.
8.4 Maximale diameter van de takken
13
Deze gegevens hebben betrekking op
vers gesneden takken:
Maximale diameter van de takken
GB 370 S: 45 mm
8.5 Vullen van de tuinhakselaar
● Houd u bij het vullen van de
tuinhakselaar binnen het
werkgebied. (
8.1)
● Overschrijd de maximale takdikte niet.
(
8.4)
● Takken enigszins scheef in
het apparaat steken en
volgens het symbool op de
rechterkant van de trechter
tot aan de messenset in de
machine duwen.
Het harde materiaal wordt
daarbij automatisch door
de machine naar binnen
getrokken. Langere takken moeten bij
het hakselen met de hand worden
ondersteund en geleid.
8.6 Juiste belasting van het apparaat
De elektromotor of verbrandingsmotor van
de tuinhakselaar mag maar zo zwaar
belast worden dat het toerental niet te veel
daalt. De tuinhakselaar steeds gelijkmatig
en continu voeden. Daalt het toerental
tijdens het werken met de tuinhakselaar,
stop dan met bijvullen om de elektromotor
of de verbrandingsmotor te ontlasten.
14
75