VEILIGHEIDSGORDELS
38.
Open de gordels en zet het kind in het
autostoeltje. Voeg de gespen van de schou-
dergordels samen. Steek ze in de gesp in
het midden tot je de vergrendelklik hoort.
39.
Verzeker je ervan dat gordel goed dichtzit.
40.
Stel de spanning van de gordels met de
verstelgordel af door aan de band aan de
voorkant te trekken, die uit de bekleding
komt (Fig. 3). Om de spanning van de
gordels te verslappen, druk je op de knop
aan de voorkant van het stoeltje, onder het
stoffen paneel (Fig. 1). Pak de schouder-
gordels tegelijkertijd vast en trek ze naar
je toe (Fig. 2). Om de gordels te openen
druk je op de veiligheidsknop in het middel
van de gesp (zie onderdeel in de cirkel).
LET OP!
Verzeker je er altijd van dat het
kind met de gordels van het autostoeltje
goed vastzit.
DE JUISTE PlaaTS
Van dE VEiliGHEiDSGORDELS
41.
De veiligheidsgordels kunnen op 3 verschil-
lende hoogtes worden afgesteld.
42.
Haal de twee veiligheidsgordels aan de
achterkant uit de gleuf in de kuip en uit
de bekleding van het autostoeltje.
43.
Als de gewenste hoogte eenmaal is gekozen,
doe je de gordels weer in de gleuf in de kuip
en in de bekleding van het autostoeltje.
LET OP!
De gordels moeten altijd op de
goede wijze worden gebruikt. Ze moeten altijd
goed gespannen zijn en op het lichaam van
het kind aansluiten, ze mogen niet verdraaid
zitten en moeten goed zijn vastgemaakt.
LET OP!
HET AUTOSTOELTJE MAG NIET IN
DE PLAATS VAN HET WIPSTOELTJE WOR-
DEN GEBRUIKT. WANNEER HET KIND 9
MAANDEN IS OF 9-11 KG WEEGT, HAAL
JE HET KUSSENTJE ONDER DE BEKLEDING
VAN HET ZITJE VAN HET AUTOSTOELTJE
VOOR EEN BETERE AANPASSING EN MEER
COMFORT VOOR HET KIND WEG.
Handel als volgt:
1.
Til de bekleding van het autostoeltje op.
2.
Open het vak aan de achterkant van de
bekleding.
3.
Haal het kussen uit het vak.
4.
Sluit het vak en doe de bekleding weer op
het autostoeltje.
GEBRUIK IN DE AUTO
LET OP!
Niet op zittingen met ingescha-
kelde airbags gebruiken. Zet het auto-
stoeltje altijd met de veiligheidsgordels
van de auto vast.
44.
Plaats het autostoeltje tegen de rijrichting
in, in een auto zonder airbag of met uitge-
schakelde airbags.
45.
Controleer of de handgreep rechtop staat.
Laat de buikgordel van de auto over het
autostoeltje en onder de speciale bevesti-
gingssystemen lopen.
46.
Laat de schoudergordel om de achterkant
van het autostoeltje lopen, zoals wordt ge-
toond in Fig. 47 - 47/
, en door de hiervoor
a
bestemde geleidingen. Zet de autogordels
in de hiervoor bestemde vergrendeling vast.
Als de autogordels goed zijn vastgemaakt
en gespannen, zit er tussen het veranke-
ringspunt en de vergrendeling van de auto
ongeveer 2,5 cm.
LET OP!
Als je denkt dat het autostoeltje
niet goed is geïnstalleerd herhaal je de
bovenbeschreven handelingen.
PLAATS VAN HET auToSToElTJE
in dE AUTO
47. NEE:
STOELEN MET ZIJDELINGS GEDRAAI-
DE ZITTING.
NEE:
STOELEN DIE TEGEN DE RIJRICHTING
IN STAAN.
NEE:
ZET HET AUTOSTOELTJE NIET IN
AUTO'S MET INGESCHAKELDE AIR-
BAG.
48. LET OP!
Na de juiste plaats te hebben ge-
kozen om het autostoeltje neer te zetten,
volg je de aanwijzingen voor de installatie.
ONDERHOUD
Reinig de kunststof delen met een vochtige
doek. Gebruik geen schuurmiddelen. Houd de
wielen vrij van zand en stof. Droog de metalen
delen zorgvuldig af, om roestvorming te voor-
komen. Stel het product niet gedurende langere
tijd bloot aan de zon of aan weer en wind, om
kleurveranderingen van de stof en materialen
te voorkomen. Reinig de bekleding met een
vochtig doekje.
66
SAMENSTELLING
WANDELWAGEN
Bekleding:
Polyester
Vezelschuim
Frame:
Staal
DRAAGMAND
Bekleding:
Polyester
Vezelschuim
Frame:
Staal
AUTOSTOELTJE
Bekleding:
Polyester
Vezelschuim
Frame:
Staal
AFMETINGEN
WANDELWAGEN
Uitgeklapt:
Br: 87 cm;
H: 106 cm;
D: 53,5 cm.
Ingeklapt:
Br: 92,5 cm;
H: 38 cm;
D: 38 cm.
DRAAGMAND
Uitgeklapt:
Br: 85,5 cm;
H: 53 cm;
D: 44,8 cm.
Ingeklapt:
Br: 85,5 cm;
H: 28 cm;
D: 44,8 cm.
AUTOSTOELTJE
Uitgeklapt:
Br: 62,5 cm;
H: 59 cm;
D: 44,8 cm.
Ingeklapt:
Br: 68,5 cm;
H: 38 cm;
D: 44,8 cm.
WAARSCHUWING
•
De veiligheid van het kind kan op het spel
worden gezet als je deze instructies niet in
acht neemt.
VOOR DE WANDELWAGENS
• WAARSCHUWING
Laat het kind nooit
zonder toezicht van een volwassene.
• WAARSCHUWING
Verzeker je ervan dat
alle vergrendelmechanismen gesloten zijn
voordat je de wandelwagen gebruikt.
• WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat
het kind letsel oploopt, houd je hem uit de
buurt tijdens het uit- en inklappen van het
product.
• WAARSCHUWING
Sta niet toe dat het
kind met dit product speelt.
• WAARSCHUWING
De zitting van het pro-
duct is niet geschikt voor kinderen jonger
dan 6 maanden.
• WAARSCHUWING
De zitting van het
product is geschikt voor kinderen vanaf 6
maanden met een maximumgewicht van
15 kg.
•
De wandelwagen kan vanaf de geboorte
van het kind worden gebruikt, als het met
de draagmand of het autostoeltje groep
0+ wordt gebruikt (in combinatie met de
inhoud van de verpakking).
•
Laat kinderen niet met de zakken spelen die
voor de verpakking gebruikt zijn, omdat ze
erin kunnen stikken.
• WAARSCHUWING
Gebruik altijd het vei-
ligheidssysteem van het kind.
• WAARSCHUWING
Gebruik altijd het tuigje
samen met de buikgordel.
• WAARSCHUWING
Voor het gebruik ver-
zeker je je er altijd van dat het frame van
de kinderwagen of de zitting van de wan-
delwagen of de bevestigingssystemen van
het autostoeltje goed vastgezet zijn.
• WAARSCHUWING
Het product kan niet
worden gebruikt tijdens het uitoefenen van
sport (rolschaatsen of rennen).
• WAARSCHUWING
Dit product is geschikt
voor kinderen die niet alleen kunnen zitten,
zich niet kunnen omdraaien en niet kunnen
kruipen. Maximumgewicht van het kind: 9
kg.
• WAARSCHUWING
Na de veiligheidsgordels
te hebben verwijderd (bijv. om ze te was-
sen), verzeker je je ervan dat je alle vei-
ligheidsgordels met behulp van de hiervoor
bestemde bevestigingsmechanismen weer
goed aanbrengt. De gordels zullen opnieuw
moeten worden afgesteld. Om je ervan te
verzekeren dat de gordels goed worden
afgesteld, dat ze goed op het lichaam van
67