● S proeileiding en sproeipijp op het snel-
sluitventiel vastschroeven.
K orte druktest met water uitvoeren.
5/10 liter apparaten
Veiligheidsklep controleren
Afb.
6
15
/
● V oor iedere inbedrijfstelling moet de veilig-
heidsklep worden gecontroleerd! H iervoor
de pomp plaatsen en vastschroeven. D e
pomp net zolang laten draaien totdat de
manometer geen drukverhoging meer
aangeeft. (De veiligheidsklep blaast de
druk af).
Afb.
15 a
● O pgelet!
S ommige varianten van het apparaat zijn
voorzien van een compressoraansluiting.
B ij het gebruik moet op het volgende
worden gelet:
- compressor laaddruk c.q. pers-
luchtvoeding max. 6 bar.
- voor het opladen erop letten dat de
pompgreep in ingeklikte positie staat.
- de max. toegestane vulhoeveelheid
mag niet worden overschreden.
- het element van de terugslagventiel in
de compressoraansluiting mag voor het
opladen van de tank niet worden verwij-
derd.
Tank vullen
● P omp door draaiing naar links losschroe-
ven - daartoe eerst de pompstangen ont-
grendelen, 180° draaien en via de rug
van de vergrendelingstap aan het pomp-
huis de schroefkracht overdragen.
● Pomp aan de vultrechter plaatsen.
10
5 liter apparaten – afb.
16
10 liter apparaten – afb.
● Tank vullen. O pgelet! Max. vulhoeveel-
heid lt. Technische gegevens (zie inleg-
vel), veiligheidsbepalingen en geoorloofde
werkstoffen in acht nemen.
● Aanwijzing vulzeef!
G ebruik bij het vullen de meegeleverde
vulzeef. V oor gebruikte sproeimiddelen,
vooral bij gebruik van poedervormige
concentraties, dient men de meegele-
verde vulzeef voor de voorfiltering van
sproeimiddelen te gebruiken.
5
5 liter apparaten – Afb.
17
10 liter apparaten – Afb.
● V ulhoeveelheid controleren. E en staaf
door de invulopening tot op de bodem
van de tank voeren. Bovenkant vultrech-
ter aan de staaf markeren. S taaf uit de
tank terugtrekken en aan de buitenkant
tegen de literschaal houden. D aarbij erop
letten, dat de markering aan de staab
met de bovenkant van de vultrechter in
overeenstemming is. V loeistofpeil, dat
aan de staaf zichtbaar is, kan aan de li-
terschaal worden afgelezen.
● P omp inzetten en vastschroeven.
● Pomp bedienen tot een bedrijfsdruk van
6 bar (rode markeringsstreep op de
manometer) in de tank bereikt is.
● Sproeimiddeldosering: G egevens van de
producent van het sproeimiddel in acht
43