ALGEMENE INFORMATIE VOOR DE VEILIGHEID
ter-elektriciteit) moeten vergrende-
lingsinrichtingen
geïnstalleerd waarmee de voedin-
gen kunnen worden uitgesloten, tel-
kens wanneer men in veilige om-
standigheden moet werken.
Afhankelijk van het model,
sluit de apparatuur in de juiste
volgorde aan op de watervoor-
ziening en de afvoer, dan op het gas-
net (controleer op lekkages) en ver-
volgens
elektriciteitsvoorziening.
De apparatuur is niet ontwor-
pen om te werken in een ex-
plosieve atmosfeer en derhal-
ve zijn installatie en gebruik in
dergelijke omgevingen absoluut ver-
boden.
De gehele structuur plaatsen
met inachtneming van de af-
metingen en kenmerken voor
installatie zoals beschreven in de
betreffende hoofdstukken van deze
handleiding.
De apparatuur is niet geschikt
voor een ingebouwde installa-
tie. / De apparatuur moet wer-
ken in goed geventileerde ruimten. /
De afvoeren van de apparatuur
moeten vrij zijn (niet belemmert of
geblokkeerd door vreemde voorwer-
pen).
Het gasapparaat moet worden
geplaatst onder een afzuigkap
met technische eigenschap-
pen in overeenstemming met de
plaatselijk geldende regelgeving.
Eenmaal aangesloten op de
energiebronnen en de afvoer
moet de apparatuur statisch
blijven (niet verplaatsbaar) op de
voor het gebruik en onderhoud ge-
kozen plek. Een onjuiste aansluiting
kan gevaar veroorzaken.
Zorg, waar nodig voor aanslui-
DEZE HANDLEIDING IS EIGENDOM VAN DE FABRIKANT EN ELKE, OOK GEDEELTELIJKE, REPRODUCTIE IS VERBODEN.
worden
op
de
- 6 -
ting op de elektriciteitsvoorziening,
voor een flexibele kabel het type
H07RN-F. De door de kabel getole-
reerde voedingsspanning mag, bij
functionerend apparaat, niet afwij-
ken van de in de tabel technische
gegevens vermelde waarde van de
nominale spanning ± 15%.
De apparatuur moet worden
opgenomen in een "Equipoten-
tiaal" aardingssysteem.
Indien aanwezig, moet de af-
voer van de apparatuur op
open wijze worden aangeslo-
ten op het netwerk voor afvoer van
afvalwater met een "beker" zonder
sifon.
De apparatuur mag alleen
voor de aangegeven doelein-
den worden gebruikt. Enig an-
der gebruik moet worden beschouwd
als "ONEIGENLIJK" en derhalve
kan de fabrikant niet aansprakelijk
worden gesteld voor hierdoor ver-
oorzaakte schade aan personen of
voorwerpen.
Speciale
(Verplichting-Verbod-Risico)
zijn vermeld in het daaraan ge-
wijde specifieke hoofdstuk.
De openingen en/of ventilatie-
spleten voor aspiratie of warm-
teafvoer mogen niet worden
afgedicht.
Laat geen voorwerpen of
brandbare materialen in de
buurt van de apparatuur.
teit) vóór de apparatuur afsluiten, tel-
kens men in veilige omstandigheden
moet handelen.
Telkens wanneer men binnen
moet werken (aansluitingen,
veiligheidseisen
Alle vormen van
voeding (bijv. gas
- water - elektrici-