informatie tekst
Nl
NEDERlaNDs
Deze geringe vermogens, die zich duidel-
ijk van een gloeilamp onderscheiden,
kunnen in diverse trekkende voertuigen
problemen veroorzaken in de uitvalcon-
trole. Omdat de controle van de knipperli-
chten wettelijk verplicht is, adviseren wij
de lamp alleen te gebruik in combinatie
met de knipperlichtregeleenheid 5DS 009
602-..., 5DS-009 552-... of LED-knip-
perelement 4.. 009 492".
In sommige trekkende voertuigen worden
ook andere lichtfuncties gecontroleerd. Dit
is een comfortfunctie die niet wettelijk ver-
plicht is en de bestuurder niet ontheft van
REiNiguNgsiNstRuctiE
Buitenste lampenglas
•
Afspoelen onder stromend water
•
Indien nodig een beetje afwasmiddel (geen schuurmiddel!) gebruiken.
•
Met een zachte doek of spons schoonmaken en vervolgens drogen.
•
Geen microvezeldoek of schuurspons gebruiken!
Reflector
•
Niet met de vingers op het zilverkleurige vlak grijpen (reflector aan de zijkant vasthouden)!
•
Niet binnenin de gloeilampfittingen schoonmaken!
Aanbeveling van Hella;
gebruik een natuuurspons!
de verplichting om de verlichting visueel te
controleren. Ook hier kunnen de geringe
vermogens tot verkeerde diagnoses leiden
(op het dashboard kan een defecte lamp
worden aangegeven terwijl de lamp correct
functioneert). De functionaliteit van deze
lampen-uitvalcontrole is alleen door de vo-
ertuigfabrikant vast te stellen. Indien een
stroombegrenzing aan de voertuigzijde met
bovenstaande gespecificeerde sterkte door
het stuurapparaat van het voertuig wordt ge-
waarborgd, kan worden afgezien van een af-
zonderlijke zekering voor de lamp. Het is niet
toegestaan om de lamp met wisselspanning
of geschakelde gelijkspanning te gebruiken!
De afzonderlijke verlichtingsfuncties mogen
alleen met een zekering aan wagenzijde van
max. 3A worden gebruikt.
31